Social Media

Zondag 23 juni 2024 – 12e Zondag door het jaar

Geplaatst op: 03-06-2024

1e lezing: Job 38,1.8-11
2e lezing: 2 Kor.5,14-17  
Evangelie: Mc.4,35-41

 

Een kwestie van geloof

“Meester, raakt het U niet dat wij vergaan?” Dat uw wereld vergaat? Dat uw mensen lijden? Dat geweld en onrecht elke dag toenemen? God, waar zijt Gij? Waarom laat Gij dat allemaal toe? Waarom moeten mensen omkomen in ongevallen, oorlog en ellende? Waarom laat Gij toe dat mensen uw naam misbruiken om wreed te zijn voor elkaar, elkaar te martelen, te doden?

Het zijn vragen die we kennen. Het zijn de vragen van slachtoffers van ziekte, ellende, onrecht, pijn, misdaad. Maar het zijn misschien ook de vragen van mensen die pijn en onrecht veroorzaakt hebben en die daar nu voor boeten. Het zijn vragen die de mens zich al sinds zijn bestaan heeft gesteld.

In de eerste lezing geeft God er een antwoord op. Het verhaal van de welvarende en zeer vrome man Job, die als gevolg van een weddenschap tussen God en Satan aan alle denkbare lijden wordt blootgesteld. God is er zeker van dat Job Hem ook trouw zal blijven in het lijden. In het begin is dat ook zo, maar wanneer het zijn eigen leven aangaat en hij met zweren overdekt op zijn mestput belandt, klaagt Hij God toch aan: hij heeft dat lijden niet verdiend, zegt hij.

In de lezing die we hoorden, geeft God een antwoord op de aanklacht van Job. “Heb Ik de woeste zee niet getemd?” vraagt Hij, en volgens de opvattingen van het Oude Testament was de zee de verzamelplaats van alle kwaad. Maar uit Gods antwoord blijkt ook dat de schepping haar eigen wetmatigheden heeft, haar eigen redenen en oorzaken en die vallen niet altijd samen met de menselijke opvattingen over goed en kwaad.

Het toont aan dat God zijn schepping niet in de steek laat, dat Hij een wereld en een mens heeft geschapen, waarin het goede tot ontplooiing kan komen, maar het kwade niet bij voorbaat uitgeschakeld is. Het is de wet van alle leven: het kan goed groeien, maar het kan ook scheefgroeien en heel dikwijls is dat onze eigen verantwoordelijkheid. “Waarom zijt gij zo bang?”, vraagt Jezus op een wrevelige toon aan zijn leerlingen. “Hoe is het mogelijk dat ge nog geen geloof bezit?” Want daarom is het te doen: om geloof. Geloof dat God liefde is en dat Hij het goede wil voor ons. Dat Hij een rechtvaardige God is, die aan ieder van ons de vrijheid geeft te kiezen.

Tekst: Bezinning op het Woord, inleidende teksten bij de dagelijkse liturgie