Social Media

Zondag 30 juni 2024 – 13e Zondag door het jaar

Geplaatst op: 03-06-2024

1e lezing: Wijsh.1,13-15;2,23-24  
2e lezing: 2Kor.8,7.9.13.15  
Evangelie: Mc.5,21-43 of 21-24.35b-43  

 

Wie gelooft, heeft eeuwig leven

Geen enkele levensfilosofie of menswetenschap geeft ons een bevredigend antwoord op de dood of kan de dood goed verklaren. Geen enkele menswetenschap weet over de dood iets zinnigs te zeggen. Allemaal staan ze machteloos ten opzichte van de dood. Ze hebben er geen vat op. Daarom wil het evangelie van vandaag ons proberen duidelijk te maken dat we geschapen zijn voor de onsterfelijkheid. Het luisteren naar een verhaal over het opwekken van een dode kunnen we als wat onwennig en vreemd ervaren. Velen zeggen: 'dood is dood en al wat leeft moet sterven'. Ook hoor je ‘wat eenmaal gestorven is, komt niet meer terug’.

Het verhaal van de opwekking van het dochtertje van Jaïrus spreekt de geloofszekerheid uit dat er eeuwig leven is. Een Godsgeschenk dankzij de verrijzenis van Jezus. Het is een geloofsgetuigenis dat ons bestaan wél zin heeft en dat ons leven niet vastloopt in een zinloze dood. Dit evangelie is een verduidelijking van wat wij hoorden in de eerste lezing. “Niet God heeft de dood gemaakt en Hij schept geen behagen in de ondergang van de levenden. God heeft immers de mens geschapen voor de onsterfelijkheid en Hij vindt geen vreugde in de ondergang van de levenden. Hij heeft hem gemaakt tot een afspiegeling van zijn eigen Wezen.”

Dit evangelie is ook een bewijs van en een troost te weten dat Christus aan geen enkel menselijk lijden voorbijgaat zonder te helpen. Christus staat begripvol stil bij de zieke vrouw en gaat liefdevol mee met de bezorgde vader in doodsangst. Hij stelt Jaïrus gerust, om ondanks alle moeilijkheden vertrouwvol te blijven. Dit als onderricht, omdat de dood maar een doorgangsfase is. Voor degenen die zich vertwijfeld afvragen of een dode weer levend kan worden, bestaat er tegenwoordig zelfs wetenschappelijk bewijs. De Nederlandse cardioloog Pim van Lommel ontdekte tijdens de uitvoering van hartoperaties dat mensen soms klinisch dood van de monitor verdwenen. Na een bepaalde tijd kwamen ze weer levend terug. Van Lommel heeft deze ‘bijna-doodervaringen’ wetenschappelijk onderzocht. Zijn bevindingen leidde tot de publicatie van het boek ‘Oneindig bewustzijn’. De rode draad in onderzochte gevallen was dat de personen die een ‘bijna-doodervaring’ hadden meegemaakt niet meer wilden terugkeren in hun oorspronkelijke oude lichamelijke toestand, zo fijn en mooi was het daarboven.

In de evangelies worden er drie personen uit de dood opgewekt. Vandaag horen we over een jong meisje dat pas gestorven is. Daarnaast zijn er de verhalen van de jongeman in Naïm, die reeds gestorven naar het graf gedragen wordt. Ook kennen we het verhaal van Lazarus die na zijn dood al drie dagen in het graf lag. Al deze wonderverhalen staan ons ter beschikking opdat wij mogen geloven dat Jezus de Christus is en dat wij door te geloven eeuwig leven mogen bezitten. Als wij aan de dood denken, moeten we ondanks onze zwakheden en zondigheid niet bang zijn, want God weet dat als we Hem zoeken Hij ons zal ontvangen, zoals de vader van de verloren zoon. De lichamelijke dood is voor ons als gelovigen een slaap waaruit we in God ontwaken. Wanneer de dood komt, zullen we onze ogen sluiten voor dit huidige leven en ontwaken in het werkelijke en eeuwige leven.

Tekst: Bezinning op het Woord, inleidende teksten bij de dagelijkse liturgie