Social Media

Zondag 26 juli 2020 – 17e Zondag door het jaar

Geplaatst op: 17-07-2020

1e lezing: 1 Kon.3,5.7-12
2e lezing:  Rom.8,28-30
Evangelie: Mt.13,44-52 of 44-46  

 

De schat in de akker

We kennen allemaal wel de sprookjes waarin een fee verschijnt, aan wie drie wensen gedaan mogen worden. Deze wensen zullen dan in vervulling gaan. Stel nu eens dat we met zulk een fee oog in oog komen te staan. Wat zouden wij ons wensen? Velen zouden kiezen voor een lang leven. Er zou ook gekozen kunnen worden voor een droomvakantie of in het bezit komen van veel geld. En hoe velen zouden bij de uitbraak van de coronapandemie niet gevraagd willen hebben om er voor bespaard te blijven?

Allemaal goed en wel, maar door de hoeveelheid aan keuzes die we de goede fee zouden kunnen voorleggen, wordt het ons niet gemakkelijk gemaakt want we willen immers zoveel. Onze gedachten gaan uit naar zoveel dingen die ons gelukkig zouden moeten maken. Maar of dit ook zo is? Nee, dan Salomo die wij vandaag in de eerste lezing tegenkomen. Hij had maar één wens: een opmerkzame geest. Hij vroeg de Heer niet om macht, rijkdom en aanzien. Nee, hij wilde een opmerkzame geest. Salomo vraagt alleen maar om inzicht.

In de gelijkenis die Jezus ons vandaag in het evangelie vertelt, komt ook iemand voor die tot inzicht is gekomen. Jezus vertelt over een schat die in een akker ligt. Deze schat wordt door iemand gevonden die hem opnieuw verbergt. Alles wat hij bezat, ging hij verkopen om die akker te kopen. Wat opvalt is het geluk dat die schat al geeft, voordat je je ervoor inzet.

Maar is de actie waarover Jezus vertelt niet een beetje dom? Het is toch onverstandig om op één paard te wedden? De man die de schat in zijn bezit wilde krijgen, had al een antwoord op de vraag die wij ons nog mogen stellen: heb ik iets of wens ik iets waar ik gelukkig van wordt? Hierbij gaat het niet om een oppervlakkig, maar om een diep innerlijk geluk. En nu komt het: de schat waarover Jezus spreekt, is het Rijk der hemelen. Als we het échte geluk willen vinden, dan zullen we er alles voor over moeten hebben om deze schat in ons bezit te krijgen. Met een oprechte, zuivere intentie zullen we naar deze schat moeten streven. Als we met onzuivere intenties of gedachten door het leven gaan, dan zal het verkeerd met ons aflopen zoals de slechte vissen in een sleepnet. De goede vissen worden in manden gedaan, de slechten weggeworpen. Zo, zegt Jezus, wordt er op het einde ook een scheiding gemaakt tussen mensen, tussen rechtvaardigen en slechten. Het sleepnet is immers ook een beeld voor het Rijk der hemelen.

Dit Rijk moet iets heel moois zijn. Daar is geen rouw, geen geween en geen smart, zoals de apostel Johannes dit vertelt (Apoc. 21,4). We zouden er toch alles voor over hebben om hier toegang toe te krijgen? Laten we dan verstandige mensen zijn, onze ongebreidelde hebzucht afleggen en ons focussen op wat écht belangrijk is. Salomo is ons hier in voorgegaan door alleen maar te vragen om een opmerkzame geest. Het is geen sprookje maar bittere ernst, misschien een harde realiteit, maar wel de weg naar wat ons écht gelukkig maakt.

 

Tekst: Bezinning op het Woord, inleidende teksten bij de dagelijkse liturgie

Illustratie: Wim Johannesma