Zondag 11 augustus - 19e zondag door het jaar
1e lezing: Wijsh.18,6‑9
2e lezing: Hebr.11,1‑2.8‑19 of: 8‑12
Evangelie: Lc.12,32‑48 of: 35‑40
Houd de lamp brandend
Als een rode draad loopt door de lezingen van deze zondag heen: trouw, verwachting en geloof. In alle wederwaardigheden van het Joodse volk heeft God zich er steeds om bekommerd dat de trouw met Hem werd hersteld door het sluiten van een verbond. Die trouw werd vaak op de proef gesteld en kwam het vaak tot ongeloof. Verwachtingen werden vaak niet of anders ingevuld dan dat men dacht.
Onze Joodse voorvaderen konden vol vreugde de vervulling verwachten van de beloften waarop ze vertrouwden. De tocht door de woestijn naar het Beloofde Land verliep echter niet bepaald probleemloos. Vaak werd de verwachting op de proef gesteld en ontbrak het Joodse volk het aan geloof.
In de tweede lezing uit de brief aan de Hebreeën hoorden we zeggen: “Het geloof is een vaste grond van wat wij hopen, het overtuigt ons van de werkelijkheid van onzichtbare dingen” en vervolgens worden enkele voorbeelden van beproefd geloof aangehaald. De vervulling van alle geloof en verwachting is door de trouw van Jezus ten volle tot vervulling gegaan.
Door zijn lijden, dood en verrijzenis heeft Hij een altijd eeuwigdurend verbond gesloten, waaraan wij deelhebben. In elke heilige mis wordt dat grote mysterie steeds weer tegenwoordig gesteld door de woorden van de priester over brood en wijn. Steeds weer geeft Jezus zich aan ons. Hij heeft weet van onze zwakheden, Hij kent ons door-en-door. Hij weet dat wij trouw willen zijn aan zijn liefde en dat we dat niet altijd na komen. Daarom is ook elke heilige mis zonden vergevend.
Eens zal de Heer in ons leven komen om ons tot Hem te roepen naar het Vaderhuis en zullen we zijn barmhartigheid ten volle mogen ontvangen. Laten we ons leven dan zo leiden dat Hij niet onverwacht komt maar zodanig dat Hij diegene is die wij werkelijk verwachten: Jezus de Heer.