Zondag 7 augustus 2022 – 19e Zondag door het jaar
1e lezing: Wijsh.18,6-9
2e lezing: Hebr.11,1-2.8-19 of: 8-12
Evangelie: Lc.12,32-48 of: 35-40
Word rijk door te luisteren
“Verwerft een onuitputtelijke schat in de hemel, waar geen dief komt en geen mot hem bederft.” Dat zijn de woorden van Jezus, waarmee het evangelie van vandaag begint. Menig economisch ingesteld mens zou graag een waardevast betaalmiddel tot zijn beschikking hebben om zijn rijkdommen veilig te stellen. Je mag dus het evangelie van vandaag actueel noemen. Toch wijkt de bedoeling van Jezus’ woorden op de wezenlijke punten ook af. Want waar vinden wij onze rijkdommen? Jezus zoekt zijn rijkdom in ieder geval niet in geld en bezittingen. Hij zegt immers: ”Verkoopt uw bezittingen en geeft aalmoezen.”
Toch blijft staan: het evangelie spreekt vandaag over rijkdom. Niet voor niets wordt er gezegd: “Waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn.” Waar zoeken wij onze schatten? Op welke manier wensen wij werkelijk rijk te zijn? Gaat het om geld, dan voelen wij ons waarschijnlijk niet echt rijk. Er bestaan buiten het geld echter nog andere rijkdommen waaraan wij gehecht kunnen zijn. Wat dacht u van een goede gezondheid. “Als ik maar gezond blijf,” dat is een veelgehoorde uitspraak.
Jezus nodigt ons vandaag uit tot het volgende: word rijk door te luisteren naar mijn woorden. En wat zegt Hij? “Het heeft uw Vader behaagd u het Koninkrijk te schenken.” En de blijvende waarde van dat Koninkrijk kunnen wij volgens de Hebreeënbrief alleen ontdekken door het geloof. Wij worden uitgenodigd om te geloven dat wij in dat Koninkrijk van God een grote rijkdom ontvangen hebben. De brief zegt: “Het geloof is een vaste grond van wat wij hopen, het overtuigt ons van de werkelijkheid van onzichtbare dingen.” Dat is een hele mond vol. Toch is de betekenis van deze woorden eenvoudiger dan wij denken.
Geloven wij dat God werkelijk bestaat en dat Hij iets met ons leven van doen heeft? Durven wij in onze tijd van wetenschap en techniek te geloven dat God de wereld uit liefde geschapen heeft? Dat wij mensen niet toevallig bestaan? Dat God met ieder van ons een bedoeling heeft? Geloven wij daadwerkelijk in Jezus Christus als Gods Zoon? Durven wij geloven dat God ons zozeer heeft liefgehad, dat Hij ons zijn enige Zoon (zijn grootste rijkdom) heeft gegeven? Welnu, die liefde van God is voor ons mensen weggelegd. En die liefde wordt werkelijkheid voor hen die durven geloven. Wanneer wij werkelijk geloven, dan wordt God ons hoogste goed. En dan zijn wij met Abraham tot grootse dingen in staat. Abraham vond in zijn Godsgeloof zoveel voldoening en kracht, dat hij het aandurfde om op een enkel woord van God zijn vertrouwde land te verlaten om zich te begeven naar de vreemde.
Velen zijn op zoek naar een rijkdom waarop je een leven lang kunt bouwen en leven, een schat die ons staande houdt bij tegenspoed, armoede of ziekte. Jezus reikt ons die aan: durf te geloven in Gods Koninkrijk, dat ons in Jezus Christus geschonken werd. En dan pas worden de laatste woorden van het evangelie inzichtelijk. “Van ieder aan wie veel gegeven is, zal veel worden geëist; en van hem aan wie veel is toevertrouwd, zal des te meer worden gevraagd.” Mogen wij ons rijk weten, omdat God aan ons zijn Koninkrijk heeft toevertrouwd. Een waardevaste rijkdom, omdat God daaraan zijn belofte verbonden heeft. Nogmaals: “Weest niet bevreesd, kleine kudde; het heeft uw Vader behaagd u het Koninkrijk te schenken.”
Tekst: Bezinning op het Woord, inleidende teksten bij de dagelijkse liturgie