1e lezing: Deut.26,4-10
Tussenzang: ps.91,1-2.10-15  
2e lezing: Rom.10,8-13  
Evangelie: Lc.4,1-13  

Verleidingen weerstaan

Afgelopen woensdag zijn we met de boeteritus van Aswoensdag begonnen aan de Veertigdagentijd. Een tijd van spirituele vernieuwing die ons voorbereidt op de jaarlijkse viering van Pasen. Maar wat betekent het om de weg van de Veertigdagentijd te betreden? Het evangelie van deze eerste zondag helpt ons dat te begrijpen door het verhaal van de bekoringen van Jezus in de woestijn.

De evangelist Lucas vertelt dat Jezus, nadat Hij door Johannes was gedoopt, "vervuld van de Heilige Geest terugkeerde van de Jordaan en veertig dagen lang door de Geest werd geleid in de woestijn, waar Hij door de duivel op de proef werd gesteld". Hieruit blijkt duidelijk dat de bekoringen geen toeval waren, maar een gevolg van Jezus' keuze om de missie van de Vader volledig te omarmen: te leven als de geliefde Zoon die volledig op Hem vertrouwt.

Christus kwam naar de wereld om ons te bevrijden van de zonde en van de verleiding om ons leven in te richten zonder God. Jezus deed dit niet met grootse verklaringen, maar door zelf de strijd aan te gaan met de verleider, tot op het kruis. Dit voorbeeld geldt voor ons allen: de wereld wordt beter wanneer we beginnen met onszelf te veranderen en, met Gods genade, wat niet goed is in ons leven verbeteren.

Van de drie bekoringen die Satan aan Jezus voorlegt, heeft de eerste betrekking op menselijke honger. Dat wil zeggen op materiële behoeften: "Als Gij de Zoon van God zijt, zeg dan tegen deze steen dat hij brood wordt." Maar Jezus antwoordt met de Heilige Schrift: "De mens leeft niet van brood alleen." Vervolgens toont de duivel aan Jezus alle koninkrijken van de aarde en zegt: alles zal van U zijn, als Gij mij aanbidt.” Dit is de verleiding van macht, die Jezus doorziet en afwijst: "De Heer, uw God, zult gij aanbidden en Hem alleen dienen." We mogen niet de macht aanbidden, maar alleen God, de waarheid, en de liefde. Tot slot stelt de verleider Jezus voor om een spectaculair wonder te verrichten: van de hoge muren van de tempel springen en zich laten redden door engelen, zodat iedereen in Hem zal geloven. Maar Jezus antwoordt dat we God niet op de proef mogen stellen.

Jezus leert ons om in God altijd te geloven en Hem altijd te vertrouwen. Door opnieuw de Heilige Schrift te citeren, plaatst Jezus boven menselijke criteria het enige ware criterium: gehoorzaamheid en overgave aan de wil van God, die de basis van ons christelijk leven vormt. Namelijk, als wij Gods Woord in ons hart en in ons leven toelaten, als we op God vertrouwen, kunnen we elke verleiding van de verleider afwijzen. Christus is de nieuwe Adam, de Zoon van God die nederig en gehoorzaam is aan de Vader, in tegenstelling tot Adam en Eva, die in de hof van Eden zwichtten voor de verleidingen van het kwaad en onsterfelijk wilden zijn, maar zonder God.

De Veertigdagentijd is als een lange ‘retraite’ waarin we weer naar binnen moeten keren en luisteren naar Gods stem om de verleidingen van het kwaad te overwinnen en de waarheid over onszelf te ontdekken. We zouden kunnen zeggen dat het een tijd is van geestelijke ‘strijd’ die we samen met Jezus moeten aangaan. Niet met trots of zelfoverschatting, maar juist met de wapens van het geloof: gebed, luisteren naar Gods Woord en boete. Op die manier zullen we Pasen werkelijk kunnen vieren, bereid om de beloften van ons Doopsel te vernieuwen. Mogen we in deze Veertigdagentijd zoals Christus de kracht van Gods Geest in ons leven ervaren. Mogen we nieuwe mensen worden, mensen die niet meer naar het vlees leven maar naar de Geest van Jezus Christus.

Tekst: Bezinning op het Woord, inleidende teksten bij de dagelijkse liturgie