1e lezing: Jer. 33,14‑16  
2e lezing: 1 Tess.3,12‑4,2
Evangelie: Lc.21,25‑28.34‑36  

Vol vertrouwen

Elke Advent geeft de Kerk ons de tijd om ons te heroriënteren op onze Lieve Heer. In de eerste lezing van deze zondag richt de profeet Jeremia onze blik op de belofte die God aan David deed, zo'n duizend jaar voor Christus. God zegt door de profeet dat Hij deze belofte zal vervullen door een rechtvaardig nageslacht van David, dat Israël rechtvaardig zal regeren.

Ook in de psalm van vandaag klinkt Israëls oude verwachting door: “Leid mij in uw waarheid en leer mij. Want U bent God, mijn redder, en op U wacht ik de hele dag.” We kijken terug op Israëls verlangen en verwachting, wetend dat God deze beloften al heeft waargemaakt door zijn enige Zoon naar de wereld te sturen. Jezus is het rechtvaardig nageslacht, de God en Redder op wie Israël wachtte.

Weten dat onze God een God is die zijn beloften nakomt, geeft aan de woorden van Jezus in het evangelie van vandaag een grote urgentie. Hij spoort ons aan om te blijven uitkijken naar zijn terugkeer in glorie en Hij grijpt daarbij terug op beelden van onrust in de wereld die aan zijn terugkeer vooraf zullen gaan. Er zal onrust zijn onder de volken en de mensen zullen doodsbang zijn. Maar Jezus zegt dat we de eindtijd met opgeheven hoofd moeten begroeten, vol vertrouwen dat God zich aan zijn beloften houdt, dat onze “verlossing nabij is”, dat “het koninkrijk van God nabij is.” Wie op God vertrouwt, heeft op geen zand gebouwd.

Tekst: Bezinning op het Woord, inleidende teksten bij de dagelijkse liturgie