Vrijdag 25 december 2020 – Kerstmis. Geboorte van de Heer (dagmis)
1e lezing Jes.52,7‑10
2e lezing Heb.1,1‑6
Evangelie Joh.1,1‑18 of 1‑5.9‑14
Vreugde werkt aanstekelijk
De evangelist Johannes diept het kerstverhaal van Lucas verder uit. Je zou niet zeggen dat het nog om een kind gaat. Hij zegt bijvoorbeeld: “Jezus is vol genade en waarheid.” Er is dus niets in Hem, geen gebaar, geen woord, of de genade van God vind je erin terug. Het evangelie is ook echt vol: tot in alle uithoeken vervuld. In deze dagen zijn mensen anders dan door het jaar heen, meer van vreugde vervuld.
De evangelische vreugde is een vreugde vanwege een werkelijkheid die vervuld wordt. Dat door het jaar die vreugde getemperd wordt, is niet zo vreemd. Het leven geeft niet altijd aanleiding tot vreugde, het roept ook vragen op. Dat ziet Jezus zelf ook. Bij zijn afscheidsrede tot de leerlingen zegt Hij bijvoorbeeld: “Omdat Ik gezegd heb dat Ik heen zou gaan, is uw hart vol droefheid. Uw droefheid zal in vreugde verkeren. Wanneer de vrouw gaat baren, is zij bedroefd omdat haar uur gekomen is; maar wanneer ze het kindje ter wereld heeft gebracht, denkt ze niet meer aan de pijn, van blijdschap dat er een mens ter wereld is gekomen. Zo zijt ook gij nu wel bedroefd, maar wanneer Ik u zal weerzien, zal uw hart zich verheugen en uw vreugde zal niemand u kunnen ontnemen. Op die dag zult Gij mij over niets ondervragen.” Blijkbaar is de vreugde aan het eind zo groot, dat er geen vragen meer in ons opkomen.
De vreugde werkt aanstekelijk. Een feest is altijd een feest met anderen samen. De vreugde van de één wekt die van de andere. Soms merk je dat het feest nog moet groeien, maar langzaamaan merk je dat het feest het wint. Zo beleeft Jezus zijn vreugde, al is te merken dat nog niet iedereen in de stemming is: “Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw”, zo klinkt het refrein van een bekend lied. Zo gaat de vreugde die met Jezus‘ geboorte begon, door de Kerk heen; de vreugde van het eerste begin is door mensen in de Kerk de eeuwen door doorgegeven, met de pen en met de mond. Moge dit Kerstfeest een vreugde in ons wekken, vreugde om de komst van de Redder, vol genade en waarheid; moge die vreugde de grondtoon worden van ons verdere leven.
Tekst: Bezinning op het Woord, inleidende teksten bij de dagelijkse liturgie