Social Media

Zondag 29 november 2020 – 1e Zondag van de Advent

Geplaatst op: 26-11-2020

1e lezing: Jes.63,16b-17.19b;64,3b-7
2e lezing: 1 Kor.1,3-9
evangelie: Mc.13,33-37  

 

Voor meer eenheid

In de adventstijd die vandaag begint, mogen we waakzaam uitzien naar het feest van Kerstmis. Positief waakzaam kun je bijvoorbeeld zijn zoals een vrouw die in blijde verwachting is. Maar ook negatief waakzaam als er een inbraakgolf is in je eigen buurt. Waakzaam zijn in religieuze zin betekent eigenlijk dat je zo probeert te leven alsof Christus elke dag terug kan komen.

We zien in de Advent immers niet alleen uit naar het Kerstkind, dat Gods licht in onze geschiedenis bracht maar ook naar zijn wederkomst op het einde van de tijd. Hij roept ons op nooit te verflauwen in ons geloof, maar om te leven in verbondenheid met Hem. Dat we ons dus niet laten leiden door geldzucht, hebzucht, angst of een of andere bedreiging, maar bewust, vreugdevol en steeds weer hoopvol gestemd mogen zijn. We stemmen onze hoop immers niet af op eigen kracht of eigen goede wil, maar op God die als een Vader met ons begaan is. Een Vader, die ons het geloof in zijn Zoon schenkt als licht in elke  duisternis.

Duister kan het soms tijdelijk worden door ziekte of werkloosheid, maar ook door angst voor geweld of terrorisme, al is de kans voor dit laatste klein dat het onszelf treffen zal. Heel wat kwaad kan ons bedreigen, maar meer dan er zelf tegen te strijden, mogen we ons richten op Gods strijd voor ons. Een strijd die al gestreden is en die door het liefdesoffer van zijn Zoon het kwaad al heeft overwonnen.

Wij als Kerk, als geloofsgemeenschap mogen ons hier invoegen. We mogen met Gods bijstand strijden voor meer eenheid en onderlinge liefde. Bij gebrek aan liefde gaan mensen vaak strijden op de verkeerde wijze en zijn ze teveel gericht op het kwaad om zich heen. Maar zou het niet beter zijn, dit over te laten aan de juiste instanties?

In de Advent, een tijd van waakzaam zijn mogen we waken over ons eigen hart. Dat we het kwaad om ons heen niet beantwoorden met haat, wraakgevoelens of vooroordelen. In plaats van de strijd naar buiten mogen we strijden naar binnen. Het kwaad zou, bij wat er ook gebeurt, in onszelf geen voet aan de grond moeten krijgen zodat de liefde en de verdraagzaamheid het steeds mogen winnen van angst, onrust of ongegrond wantrouwen.

Als christenen mogen we immers geloven in het einde van het kwaad, waarvoor Christus in onze wereld is gekomen en komt. Hij roept ons op te strijden met Hem, niet met wapens maar met inzet en geloof in de liefde, eenheid en verdraagzaamheid.

Tekst: Bezinning op het Woord, inleidende teksten bij de dagelijkse liturgie