Zondag 16 augustus 2020 – 20e Zondag door het jaar
1e lezing: Jes.56,1.6-7
2e lezing: Rom.11,13-15.29-32
Evangelie; Mt.15,21-28
Een groot geloof
Onze wereld lijkt meer en meer op een groot dorp. Wat ver weg – op een afgelegen plek in de wereld – gebeurt kan zomaar gevolgen hebben voor ons hier, ver daar vandaan. De plaag van het coronavirus is daarvan een sprekend voorbeeld. Dit virus begon zijn ‘loopbaan’ op een markt in Wuhan. Ergens ver weg in China. Maar van daaruit verspreidde het virus zich in korte tijd over heel de wereld. Een in het klein begonnen uitbraak veroorzaakte de huidige pandemie, met enorme gevolgen voor de gezondheid van mensen en ook voor de economie. En dat op wereldschaal.
Jezus vatte zijn werkzaamheid in eerste instantie op als een zending tot het volk van Israël. Hij zegt immers in het evangelie van deze zondag: “Ik ben alleen maar tot de verloren schapen van het huis van Israël gezonden.” Het optreden van Jezus was in eerste instantie bedoeld voor Israël. Hij kwam het eerste volk van God het Evangelie verkondigen. Maar Jezus vond weinig gehoor bij zijn volksgenoten. Uiteindelijk werd Hij zelfs gedood en uit de wijngaard geworpen.
Maar God keerde dit lot van Jezus om, ten goede. Deze verwerping leidde tot heil voor de wereld, niet alleen voor Israël maar ook voor de heidenvolken. Zoals de apostel Paulus het uitdrukt: “Thans echter hebben de heidenen – dankzij de ongehoorzaamheid van Israël – ontferming gevonden bij God.” En wij mogen daar aan toevoegen: wat in een klein landje Judea gebeurde en wat leek op de executie van een edel mens, is uitgegroeid tot een heilsgebeuren voor de hele wereld. De verwerping van Jezus – het kruis – werd oorzaak van verzoening tussen God en niet alleen Israël maar ook met alle andere volken. Het licht van God kon niet onder de voetbank van het kruis verdwijnen maar werd op de standaard gezet zodat alle volken dit licht kunnen zien. En dat dankzij de evangelieverkondiging aan alle volken.
De lezingen van vandaag verwijzen al naar dit wereldwijde werk van de evangelieverkondiging. Met name de Kananese vrouw – die van heidense afkomst was – staat model voor de mensen die het heil van God mogen ontvangen. Wat blijkt uit haar voorbeeld? Het blijkt dat God het heil gebonden heeft aan het geloof. De Kananese vrouw toont dit geloof door zich aan Jezus op te dringen. Haar geloof blijkt nog meer uit haar volhouden. Want als Jezus haar lijkt af te wijzen, blijft zij Hem ‘lastig’ vallen. Waarop Jezus haar een groot compliment geeft: “Vrouw, ge hebt een groot geloof.”
Hier zien wij het grote belang van ons persoonlijk geloof in Jezus. Wat eertijds in een klein landje Israël is gebeurd – het sterven en verrijzen van Jezus – dat is in de wereld rondverteld en tot goed nieuws geworden. Maar het goede nieuws vraagt van de hoorders de houding van geloof. Dit geloof wil ons brengen tot het aannemen van Jezus als onze persoonlijke Heer. En samen met anderen die dit geloof belijden vormen wij de Kerk, het nieuwe volk van God.
Tekst: Bezinning op het Woord, inleidende teksten bij de dagelijkse liturgie
Illustratie: Wim Johannesma