Social Media

Zondag 18 augustus 2024 – 20e Zondag door het jaar

Geplaatst op: 17-06-2024

1e lezing:Spr.9,1‑6  
2e lezing: Ef.5,15‑20  
Evangelie: Joh.6,51‑58 

 

Leerlingen van Jezus maken

Ook nu klinkt het nog altijd provocerend: “Als iemand van dit brood eet, zal hij leven in eeuwigheid.” Hangt er dan werkelijk zoveel van de heilige communie af? Om die vraag te beantwoorden is het goed ons te realiseren wanneer Jezus dat zegt. Wij denken bij die woorden spontaan aan de heilige communie, aan wat Jezus tijdens het Laatste Avondmaal deed (en ons naliet), toen Hij brood en wijn nam en daarbij de bekende woorden sprak: “Neem, eet dit is mijn Lichaam; drinkt allen hier uit; dit is mijn bloed.”

Wij mensen van de 21e eeuw zijn echter mensen van na Pasen; de toehoorders van toen waren nog mensen van vóór Pasen. De woorden die wij zojuist hoorden, werden uitgesproken naar aanleiding van de wonderbare broodvermenigvuldiging, toen de mensen Jezus tot broodkoning hadden willen uitroepen, omdat Hij hun lichamelijke honger had gestild. Het is Jezus echter om meer te doen dan om de bevrediging van onze aardse behoeften. “Werkt niet voor het voedsel dat vergaat, maar voor het voedsel dat blijft om eeuwig te leven en dat de Mensenzoon u zal geven” (Joh.6,27). Ja meer nog, voor het voedsel dat blijft om eeuwig te leven en dat de Mensenzoon ons wil geven en voor ons wil zijn! Jezus is voor ons het levende brood.

Heel concreet wordt dat natuurlijk in de heilige Hostie, in de heilige communie. Eucharistie vieren is goed, de communie ‘doen’ (ontvangen) ook, maar daarmee zijn we er nog niet. Zoals de bekende ‘missionaire’ priester James Mallon eens heeft gezegd, dat het niet zozeer onze roeping en zending is om anderen tot gelovigen of praktiserende katholieken te maken, als wel tot leerlingen van Jezus. Of om het nog provocerender te zeggen: het doel van onze missie en evangelisatie is niet de kerken weer voller te krijgen, maar om mensen te laten ervaren wat het betekent leerling van Jezus te zijn.

Het gaat om Jezus, niet om de heilige communie. De communie is ‘maar’ een middel, geen doel op zich. Uiteindelijk gaat het om Jezus: opdat we Hem ontmoeten, Hem beter leren kennen, Hem meer gaan liefhebben, Hem beter kunnen navolgen. Het gaat om Jezus, om zijn ‘vlees en bloed’. “Zoals Ik leef door de Vader die leeft, zo zal ook hij die Mij eet, leven door mij”. Hem eten, dat wil zeggen: zijn liefde, zijn leven tot ons nemen, om door Hem en met Hem en in Hem tot het ware leven te komen, van zijn leven te leven, van zijn leven dat sterker zal blijken (voor ons Paasmensen: sterker is gebleken dan zonde en dood).

Aan dat leven mogen wij krachtens ons Doopsel al deelhebben, dat leven vieren (en sterken) we in en door de heilige eucharistie (communie), opdat het ons tot troost en kracht, tot vrede en vreugde is in het leven van alledag. Dat geeft ons ook weer de moed en inspiratie om ervan te kunnen getuigen, niet alleen van de kracht en vreugde van Christus’ verrijzenis en leven, maar ook en vooral van Hemzelf die ook nu nog altijd voor ons de weg, de waarheid en het Leven is (Joh.14,6).

Tekst: Bezinning op het Woord, inleidende teksten bij de dagelijkse liturgie