Zondag 29 augustus 2021 – 22e zondag door het jaar
1e lezing Deut.4,1‑2.6‑8
2e lezing Jak.1,17‑18.21b‑22.27
Evangelie Mc.7,1‑8.14‑15.21‑23
Het goede moet van binnenuit komen
“Wat moet ik doen om God te behagen”? In het Jodendom stelde men die vraag in deze vorm: “Wanneer ben ik rein?” De vraag die de farizeeën aan Jezus voorleggen, waarom zijn leerlingen niet eerst de vingers wassen vooraleer zij eten, is daarom ook geen vraag naar hygiëne. Het is een verwijt aan Jezus dat zijn leerlingen niet met God verkeren in een goede verstandhouding. De farizeeën meenden beter te zijn dan de andere mensen die deze wetten niet onderhielden. De wetten die zij in praktijk brachten, waren uitvindingen van mensen en niet wetten die door God geopenbaard waren.
Het was de farizeeën doorgaans alleen maar te doen om een uiterlijk dienen van God. Innerlijk beantwoordde daar vaak niets aan, zoals blijkt uit het hele Nieuwe Testament. Jezus zegt daarom: “Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart is ver van Mij.” Zij leren en onderhouden de wetten van mensen, maar de geboden van God laten zij vallen. De onreinheid komt niet van buiten. Zij komt voort uit de onreinheid van het eigen hart. Ook reinheid komt volgens Jezus alleen uit het binnenste van de mens. Zoals Jakobus zegt in de tweede lezing: “ Elke goede gave, elk volmaakt geschenk daalt neer van boven van de Vader der hemellichten.”
Van binnenuit, door God gegeven, komt de ware reinheid, de trouw, de naastenliefde, het gebed en de eerlijkheid. Jakobus zegt daarbij echter ook dat deze dingen zichtbaar gemaakt moeten worden in uiterlijke werken. Hij zegt: “Zuivere en onbevlekte vroomheid in de ogen van onze God en Vader is dit: wezen en weduwen opzoeken in hun nood en zichzelf vrijwaren voor de besmetting van de wereld.” Onreinheid komt uit het binnenste van de mens. Niet door louter uiterlijke daden te doen wordt de mens gerechtvaardigd; zijn daden moeten en uiting zijn van zijn innerlijke gesteltenis, van zijn innerlijke goedheid. De boodschap is deze: de goede of slechte dingen die een mens doet komen voort uit zijn binnenste. Het is daarom zaak om zijn hart zuiver te houden, open te stellen voor God en het ver te houden van zonde en boze gedachten. Heer, geef ons een zuiver hart!
Tekst: Bezinning op het Woord, inleidende teksten bij de dagelijkse liturgie
Illustratie: Wim Johannesma