1e lezing: Jes.35,4 7a  
2e lezing: Jak.2,1 5
Evangelie: Mc.7,31 37  

Effeta - Ga open

Telkens opnieuw komen er berichten op ons af die ons somber kunnen doen stemmen. Dat geldt helaas vaak ook voor de berichtgeving over geloof en Kerk. Teruggang van het kerkbezoek, onwetendheid bij gelovigen. Wij mensen krijgen dus veel negatieve informatie. En er klinkt niet zelden pessimisme in door.  En voor je het weet, ben de zelf pessimistisch.

Jesaja leefde ook niet bepaald in een optimistische tijd. Het was de tijd dat het koninkrijk van Juda en Jeruzalem bedreigd werd door machtige buren. Het was de tijd van de naderende ballingschap. Jeruzalem zou met de grond gelijkgemaakt worden. Wie niet zou omkomen door het zwaard, zou met geweld weggevoerd worden naar een vreemd land. Ook Jesaja zou dit lot treffen. Maar desondanks blijft Jesaja optimistisch: ”Houdt goede moed. Weest niet bang, hier is uw God”.

De mensen hadden reden om bang te zijn. Velen dachten: alles is verloren. Ook de tempel van Jeruzalem zou verdwijnen. Velen zagen daarin het einde van Gods voorzienigheid en zorg voor zijn volk. Houd moed, wees niet bang, hier is uw God. Hij brengt redding. En dan staan daar die belangrijke woorden: “Dan gaan de ogen van de blinden weer open en zullen de oren van de doven geopend worden.” Waar ogen geopend worden, zijn dus mensen blind. En het openen van oren veronderstelt dove mensen.

In het evangelie van deze zondag is er inderdaad sprake van een doofstomme. Het evangelie grijpt bewust terug op wat Jesaja gezegd heeft. “Hij heeft alles welgedaan. Hij laat doven horen en stommen spreken.” Maar hebben ballingen nu werkelijk baat bij iemand die het heeft over blinden die zullen zien en doven die hun gehoor terugkrijgen? Zoeken zij niet eerder een sterke man die de vijand verdrijft. Iemand die het volk een hart onder de riem steekt en na de ballingschap uiteindelijk zal terugvoeren naar huis? En toch staat het daar. “Houd moed…. dan zullen de ogen geopend worden.”

Tegenslagen voeren niet zelden tot pessimisme en moedeloosheid. Welnu, de Bijbel heeft de ballingschap opgetekend vanuit de overtuiging dat God ondanks tegenslagen zijn volk nabij is. Het gaat erom daarvoor oog te krijgen. Jezus geneest vandaag in het evangelie dan ook niet zomaar een doofstomme. Hij hoopt door dit uitzonderlijk wonder dat de mensen oog krijgen voor wat Hij eigenlijk wil zeggen. Jezus wil namelijk de ogen en oren van de mensen opnieuw openen voor Gods bevrijdende en verlossende en zeg maar gerust overwinnende kracht.

Het woord effeta wordt nog altijd gebruikt bij ieder Doopsel. Mogen de oren en ogen van de dopeling geopend worden voor Gods voorzienigheid en zorg. Wij mogen leven vanuit het geloof dat op de dag van ons Doopsel ons de ogen geopend zijn. En dat betekent dat wij ons vol vertrouwen mogen overgeven aan Gods voorzienigheid, dan zal Jezus’ reddende hand ons deel zijn.

Tekst: Bezinning op het Woord, inleidende teksten bij de dagelijkse liturgie

Illustratie: tekening van broeder Leo Disch o.s.b. in 'Getuigen van de Verrijzenis'