1e lezing: Ex. 17,8-13
2e lezing: 2 Tim.3,14-4,2  
Evangelie: Lc.18,1-8  

In gesprek bijven met God

Jezus vertelt de gelijkenis van een onrechtvaardige rechter en een arme weduwe. De les die Hij ons in deze gelijkenis wil meegeven, is deze: geef het bidden niet op. Blijf vasthouden aan de goede gewoonte van het gebed. Deze aansporing hebben wij nodig omdat wij de neiging hebben om wel op te houden met het bidden. Vooral als wij niet krijgen waarvoor wij bidden. Inderdaad is het bidden niet zoiets als het indienen van een verlanglijstje. Wel vragen wij om de één of andere gunst en willen wij dat God dit of dat voor ons doet, maar vaak krijgen wij niet waar wij om vragen. Moet je dan toch blijven bidden? Ja, dat is de les die Jezus ons vandaag meegeeft.

Maar waarom dan? Wat is het nut van het bidden? Het bidden is nodig om onze relatie met God te voeden. Zonder gebed maken wij van God één of ander beeld. Dan gaan wij over God fantaseren als over een oude man met een grote baard, die alles een beetje laat gebeuren. Of als een strenge rechter die een nauwkeurige boekhouding bijhoudt van al je daden. Of als wij van het christelijke geloof losraken, gaan wij God zien als een kosmische energie of een natuurwet of wat dan ook. Maar voor ons als leerlingen van Jezus Christus is maar één beeld van God het juiste. Namelijk dat van een Vader die ons liefheeft.

Dit beeld spreekt van een relatie tussen God en de mensen. Een relatie als tussen een Vader en zijn kind. Deze relatie voeden wij als wij bidden. Daarom komt het in ons bidden ook niet aan op het verkrijgen van gunsten. Natuurlijk is het fijn als wij verhoord worden, maar nog belangrijker is dat wij met God in gesprek blijven. Dat wij de relatie met God levendig houden, zodat diep in ons hart de overtuiging kan groeien dat God inderdaad als een goede Vader voor ons is. Juist dit leert Jezus ons in het enige gebed dat wij van Hem ontvingen: het Onze Vader. Laten wij het gedurende de dag geregeld bidden evenals het Weesgegroet. Dan blijven wij ons bewust tot de grote familie van Gods kinderen te behoren.

Tekst: Bezinning op het Woord, inleidende teksten bij de dagelijkse liturgie