Social Media

Zondag 5 december 2021 – 2e Zondag van de Advent

Geplaatst op: 02-12-2021

1e lezing: Bar.5,1-9
2e lezing: Fil.1,3-6.8-11  
Evangelie: Lc.3,1-6  

 

Het pad effenen

Advent betekent verwachting. Wij christenen verwachten opnieuw van alles van het Kind, dat ooit in de kribbe geboren werd. Kan de Advent ons hart nog sneller doen kloppen? Verwachten wij persoonlijk nog iets van het kerstkind? Of betekent voor ons Kerstmis louter een feest van een goed gevoel, romantiek, lekker eten? Dat alles is zeker niet verkeerd. En in die zin kunnen wij ons allemaal alvast prettige feestdagen toewensen. Maar in ons gebed mogen we stil staan bij hen die niet zo’n prettige feestdagen te wachten staat: de zieken, de slachtoffers van het coronavirus, de eenzamen, de mensen met verdriet, omdat zij een geliefd iemand zullen missen en vult u zelf maar verder in.

Binnenkort zullen de kerstkaarten weer in onze brievenbussen vallen. Prettige kerstdagen en voor het nieuwe jaar de beste wensen. Zelf stuur ik zulke wensen niet de deur uit. Ik probeer elk jaar opnieuw kaarten te bemachtigden waarop staat: zalig kerstfeest en een zalig of gezegend nieuwjaar. Want al weet menigeen nu al zeker dat  dit jaar de feestdagen niet prettig zullen zijn; een zalig kerstfeest kan ons altijd ten deel vallen. Want wat betekent het woord zalig? Iemand een zalig kerstfeest toewensen, dan heeft de wens met God te maken. Of om het nog meer concreet te zeggen: een zalig kerstfeest wil de vrucht zijn van een bewust christelijk gevierde Advent.

En, zoals gezegd: Advent betekent verwachting. Christelijk Advent vieren betekent: open staan en wachten op de geboorte van het kerstkind. En deze zondag kleurt via de eerste lezing die verwachting in: Jeruzalem vat moed en verheug u! En waarom had Jeruzalem die moed nodig? Omdat aan de hoofdstad van het volk Israël haar kinderen ontnomen was. Het land was veroverd, de hoofdstad vernietigd en het volk gedeporteerd. De profeet Baruch geeft de stad echter reden tot moed. God zal ingrijpen. “Te voet gingen zij van u heen, weggesleept door de vijand, maar eervol brengt God hen terug, gedragen als op een koningstroon.”

Maar om daar oog voor te krijgen, dat is een hele kunst. En daarom roept Johannes de Doper ons deze zondag toe dat wij de weg moeten bereiden voor Gods komst. De paden recht maken. Dat beeld is in onze tijd niet meer zo gemakkelijk te begrijpen. Bij ons zijn vrijwel alle wegen en paden geasfalteerd. In de tijd van Jezus was dat echter totaal anders. Kwam de koning of een ander hooggeplaatst iemand op bezoek, dan werden de mensen van de stad opgeroepen om de wegen in orde te maken, zodat de koning zijn intrek zou kunnen houden.

Wanneer mensen zich durfden verheugen over de komst van hun vorst, dan zullen zij dat werk met verve verricht hebben. Want wie wat verwacht, ontvangt de kracht om zich daarop toe te leggen. Maar God laat soms op zich wachten. Daar spreekt Paulus vandaag over. Wij dienen ons onberispelijk voor te bereiden op de komst van Gods dag, de Heer zelf zal daartoe zijn kracht schenken. Moge het geloof in de bevrijdende komst van Christus ons kracht geven om waakzaam te blijven, het pad van ons hart effenend voor zijn vreugdevolle en veelbelovende komst.

Tekst: Bezinning op het Woord, inleidende teksten bij de dagelijkse liturgie