Zondag 16 maart 2025 – 2e Zondag van de Veertigdagentijd

1e lezing: Gen.15,5-12.17-18
Tussenzang: ps.27,1.7 9c.13-14
2e lezing: Fil.3,1- 4,1 of 3,20-4,1
Evangelie: Lc.9,28b-36
Wandelen in geloof
In de eerste lezing uit Genesis zien we hoe Abraham, geroepen door God, worstelt met de belofte die hem gegeven is. Hij is een man zonder kinderen en toch belooft God hem zijn nageslacht zo talrijk te maken als de sterren aan de hemel. Het is een belofte die voor Abraham onmogelijk lijkt. Maar God bevestigt zijn woord door een verbond te sluiten. Wat opvalt, is dat Abraham niet de actieve partij is in dit verbond. Hij bereidt de offers voor maar het is God zelf die in de vorm van een vurige fakkel tussen de stukken doorgaat. Dit is niet zomaar een ritueel; het is een krachtige uitdrukking van Gods trouw. God weet dat Abraham als mens niet altijd trouw zal kunnen blijven. Toch sluit Hij het verbond. Dit is een voorproefje van Gods genade: Hij neemt de volledige verantwoordelijkheid op zich. Dit moment is een openbaring van Gods glorie. Het is niet een overweldigende glorie die ons verblindt maar een stille, nederige glorie die zich uitdrukt in trouw en liefde. Abraham ziet slechts een glimp van deze glorie maar het is genoeg om zijn vertrouwen in God te verdiepen.
Wat Abraham slechts gedeeltelijk zag, wordt duidelijker in het evangelie van vandaag. Jezus neemt Petrus, Jakobus en Johannes mee de berg op en laat hun een glimp zien van zijn ware gelaat, stralend in glorie. Dit moment van de Gedaanteverandering is niet alleen een openbaring van wie Jezus werkelijk is, maar ook een belofte van wat komen zal. Voor de leerlingen is dit een voorproef van de verrijzenis, een moment dat hen moet sterken in het geloof, vooral wanneer ze geconfronteerd worden met het lijden en de dood van Jezus. Net zoals Abraham uitverkoren was om Gods belofte te ontvangen, zijn deze drie leerlingen uitverkoren om deze glorie te zien.
Maar deze openbaring is niet het einde; het is slechts een voorbereiding. Jezus’ ware glorie zal pas volledig zichtbaar worden in zijn verrijzenis. Voor nu moeten de leerlingen dit moment in hun hart bewaren en zich voorbereiden op de weg die voor hen ligt, een weg van lijden en gehoorzaamheid. Het verbond dat God met Abraham sloot, was een schaduw van wat zou komen. In Jezus wordt dit verbond volmaakt. Terwijl Abraham offers bracht van dieren, wordt Jezus zelf het offerlam. Hij is degene die de zonde van de wereld wegneemt en ons met de Vader verzoent. Dit is de diepste uitdrukking van Gods liefde: Hij geeft zijn eigen Zoon om ons te redden.
In Jezus zien we de volle omvang van Gods plan. Het is een plan van verlossing, een plan waarin de mens weer met God wordt verbonden. Dit verbond is niet gebaseerd op menselijke trouw, want zoals we zien in de geschiedenis van het volk van God, schieten wij daarin vaak tekort. Het is een verbond dat rust op Gods eigen trouw en liefde, een liefde die zich uitstrekt tot het kruis. Op Golgotha laat Jezus de glorie van de Vader zien, niet in macht en majesteit, maar in het nederige offer van Zichzelf.
Wat betekent dit alles voor ons, hier en nu? Net zoals Abraham en de leerlingen zien wij niet het volledige plan van God met ons leven. Soms krijgen we een glimp, een moment van inzicht, maar meestal moeten we wandelen in geloof. Dit kan moeilijk zijn, vooral in tijden van lijden en twijfel. De vastentijd is een tijd waarin we worden uitgenodigd om te volharden in het gebed en om ons te richten op Gods trouw, zelfs wanneer we het niet volledig begrijpen. Het is een tijd om onze eigen zwakheid onder ogen te zien, niet met wanhoop maar met het vertrouwen dat God altijd trouw blijft. Hij zal ons dragen, zoals Hij Abraham droeg, zoals Hij Jezus opwekte uit de dood.
Misschien ervaren we in ons eigen leven momenten van kruis en lijden. Het is verleidelijk om deze momenten te ontvluchten of te verachten, maar Jezus nodigt ons uit om ze samen met Hem te dragen. Het kruis is niet het einde; het is de weg naar de verrijzenis. Wanneer wij ons kruis omarmen, hoe klein of groot het ook is, worden we deelgenoten van Christus’ glorie. Laten we deze vastentijd benutten om ons te verdiepen in het gebed, om ons hart te openen voor de stem van God en om vol vertrouwen onze weg te vervolgen, zelfs wanneer we het volledige plan nog niet kunnen zien. Laten we ons richten op Jezus, het Lam van God, die ons met de Vader heeft verzoend en laten we ons voorbereiden om zijn glorie te vieren in het licht van Pasen.
Tekst: Bezinning op het Woord, inleidende teksten bij de dagelijkse liturgie