1e lezing: Hand.5,12-16
Tussenzang: ps.118,2-4.22-27a
2e lezing: Apok.1,9-11a.12-13.17-19  
Evangelie: Joh.20,19-31  

Barmhartigheid ervaren

We noemen deze zondag wel ‘Beloken Pasen’, alsof de luiken dicht gaan en Pasen weer voorbij is. Maar voor een christen is Pasen nooit voorbij. Pasen is een opdracht voor het leven. Het is een levensstijl om ‘paasmensen’ te zijn, namelijk: bevrijde mensen.

Jezus vat die levensopgave samen: “Als gij iemands zonden vergeeft, dan zijn ze vergeven, als gij ze niet vergeeft, zijn ze niet vergeven.” Hier gaat het over de zonde in de brede betekenis van alles wat het menselijk geluk kapot maakt en afbreuk doet aan de bedoeling van de Schepper. De zonde als een ingewikkelde kluwen van rivaliteit en bedrog, van geweld en verdwazing, van achterdocht en haat, van rancune en zelfbeklag…

Als je dat niet vergeeft, als je dat niet ongedaan maakt, blijft het verder woekeren; dan zal het je verstikken tot vereenzaming toe en je wereld onleefbaar maken. Als je de zonde niet vergeeft, is het alsof alles vergeefs is geweest en heel Zijn boodschap een vergissing. Maar als je vergeeft, mild en menselijk, verwerk je al het negatieve tot een nieuw begin. Dat is pas verrijzenis en bevrijding.

Paasmensen zijn mensen die de gebrokenheid van de mens en hun eigen gebrokenheid aan den lijve hebben ervaren, maar daaruit zijn opgestaan. Elke eucharistieviering mag ons daaraan herinneren. Even de adem van Gods Geest over je heen laten gaan om nieuwe mensen te worden. Om Gods barmhartigheid te ervaren.

Tekst: Bezinning op het Woord, inleidende teksten bij de dagelijkse liturgie