Zondag 5 november 2023 – 31e Zondag door het jaar
1e lezing: Mal.1,14b-2,2b.8-10
2e lezing: 1 Tess.2,7b-9.13
Evangelie: Mt.23,1-12
Dienaar willen zijn
Het evangelie dat wij zojuist hebben gehoord, verhaalt ons het geschil dat Jezus met de Schriftgeleerden en de Farizeeën had. In navolging van de profeten uit het Oude Testament veroordeelt Jezus hun hypocrisie: zij veronderstellen dat zij in de ogen van God gerechtvaardigd zijn door hun doen en laten. Die zelfverzekerde houding kan echter de mens verwijderen van het pad van het goede en kan ook vandaag de dag wortelschieten in het hart van ons als gelovigen.
Jezus' woorden waarschuwen tegen elk 'farizeïsme'. Dat wil zeggen: tegen het zoeken naar de schijn en een gemakkelijk compromis dat leugens insluit. Er bestaat de verleiding om onafhankelijk van de goddelijke wil en op een egoïstische manier voor zichzelf op te komen. Geconfronteerd met deze eigen zelfgenoegzaamheid doet Jezus, de ware Leraar, een dringende uitnodiging om met nederige beschikbaarheid de werking van de goddelijke genade te verwelkomen: “Al wie zichzelf verheft, zal vernederd worden, en wie zichzelf vernedert, zal verheven worden."
De houding van Jezus is precies tegenovergesteld aan die van de Schriftgeleerden en Farizeeën: Hij is de eerste die het gebod van de liefde in praktijk brengt. Omdat Hij het voordoet, kan Hij zeggen dat zijn last licht is, omdat Hij ons helpt om het samen met Hem te dragen. Jezus zit op de ‘stoel’ van Mozes, omdat Hij het Verbond uitbreidt naar alle volkeren. Hij is onze ware en enige Meester! Daarom zijn wij geroepen om de Zoon van God, het vleesgeworden Woord, te volgen.
Alle leerlingen van Christus, dus ook wij, zijn dragers van een boodschap van verlossing die van God komt en bestemd is voor de hele wereld. Het is niet een woord dat simpelweg menselijk gezag heeft. Integendeel, het heeft een autoriteit die rechtstreeks van God afkomstig is. De heilige apostel Paulus herinnert ons hieraan in de tweede lezing van deze zondag: “Toen u het Woord van God hebt ontvangen, dat wij u hebben gepredikt, hebt u het niet aanvaard als het woord van een mens, maar als wat het inderdaad is: het Woord van God; en het blijft werkzaam in u die gelooft.” Laten wij ons dus bewust worden van de grote schat van het Woord van God, toevertrouwd aan de Kerk als geheel en aan ieder van ons. Laten wij ons laten ‘evangeliseren’ door het Woord van Christus, zodat ook wij evangeliepredikers van onze broeders en zusters kunnen zijn.
De Heer Jezus presenteerde zich aan de wereld als een dienaar, Hij ontledigde zichzelf volledig en vernederde zich, totdat Hij aan het kruis de meest welsprekende les in nederigheid en liefde gaf. Uit zijn voorbeeld komt deze ‘grondwet’ voor het leven voort: “De eerste onder u zal uw dienaar zijn.” Vragen wij daarom aan de Heer en op voorspraak van de maagd Maria dat wij de Heer kunnen volgen en dat Hij ons de nederigheid moge schenken om zijn wil te doen in ons dagelijks leven.
Tekst: Bezinning op het Woord, inleidende teksten bij de dagelijkse liturgie