Social Media

Zondag 6 november 2022 – 32e Zondag door het jaar

Geplaatst op: 03-11-2022

1e lezing: 2 Makk.7,1-2.9-14
2e lezing: 2 Tess.2,16-3,5  
Evangelie: Lc.20,27-38 of 20.27.34-38  

 

God laat niemand links liggen

Leven of dood? Volledige dood of het eeuwige leven? Spreken over deze vragen roept tegengestelde reacties op. Vaak zijn deze wat omstreden onderwerpen dan voorwerp van grapjes en spot. Men schetst een karikatuur en men heeft de lachers op zijn hand.

Zo deden ook de Sadduceeën in het evangelie. Zij vormden een vrijzinnige groep in het Jodendom, die het geloof in het eeuwig leven bij God afwezen. Volgens hen lag er enkel een doods en triest onderwereldbestaan in het verschiet. Via een gekunsteld verhaal willen ze hun gelijk bewijzen en Jezus belachelijk maken. Een vrouw is zeven keer weduwe geworden. Van wie van de zeven mannen is zij na de verrijzenis de vrouw? Alle zeven hebben haar toch tot vrouw gehad.

Dat brengt ons bij de vraag: Hoe moeten wij ons het leven na de dood voorstellen? De fout bij de vraagstellers zit in het feit dat zij zich het leven na de dood voorstellen als een verlengstuk van dit aardse bestaan. Zoals voor een slapende die wakker wordt en het leven hetzelfde gebleven is. We mogen het bestaan na de dood echter niet zo simpel voorstellen als een levenswijze waarin de mens gewoon verder gaat met eten en drinken en van slapen en trouwen. Tussen deze twee werelden heeft er een breuk plaats.

Als we eerlijk zijn, dan kunnen we ons het eeuwige leven ook niet voorstellen als een tot in alle eeuwigheid zich voortzetten van de huidige levensvorm. Daarvoor is dit leven te zeer bepaald door pijn en droefheid. Er is het verlangen naar een nieuwe situatie, waar alle tranen afgewist zullen zijn, alle leed geleden en alles nieuw zal zijn. En geen oog heeft gezien en geen oor heeft beluisterd en in geen mensenhart is opgekomen, wat God voor ons bereid heeft in het komende leven. Zelfs Jezus moet zich beperken tot de uitspraak dat wij eens als engelen zullen zijn, als kinderen van de verrijzenis, als kinderen van God.

Jezus spreekt over de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Alles zal nieuw zijn. Ook de onderlinge verbondenheid zal nieuw zijn. De liefde zal alles overheersen en ze zal zonder enige beperking zijn tussen God en mens en tussen mensen onderling. Het geloof in het eeuwig leven heeft zijn moeilijkheden voor veel mensen. Wat ze niet kunnen bewijzen, zou ook niet kunnen bestaan volgens hen. En toch zal de dood niet het laatste woord hebben. Zoals aan het begin van een mensenleven de liefde staat, zo is de liefde er ook aan het einde. Een mens is toch meer dan een steen langs de weg.

God laat niemand links liggen. God draagt zorg voor het werk van zijn handen. Geen mens is er voor niets geweest en God zal elke mens tot zijn recht laten komen. Niemand wordt door God in het leven geroepen voor de definitieve dood. Daarom zegt Jezus heel duidelijk dat God een God van levenden is en dat Hij alle mensen onvergankelijk en eeuwig leven schenken wil. De mens hoeft niet terug te keren naar een levenswijze die hij bij zijn sterven verlaten heeft. Nu mag hij delen in het goddelijke leven.