Zondag 19 november 2023 – 33e Zondag door het jaar
1e lezing: Spr.31,10-13.19-20.30-31
2e lezing:1 Tess.5,1-6
Evangelie: Mt.25,14-30 of:14-015.19-20
Benut je talenten
In onze maatschappij is de druk om te presteren erg hoog. Op de basisschool moet je als kind al bijna hoogbegaafd zijn om nog mee te tellen. Als je bij je nieuwe baas niet gauw een paar grote projecten binnenhaalt, dan dreigt ontslag. Als je als verpleegkundige niet genoeg ouderen op een ochtend kunt verzorgen, dan volgt een pittig gesprek met je manager. Haasten, presteren, stress, productie draaien: allemaal termen waarmee velen van ons wekelijks te maken krijgen.
In de parabel van Jezus ligt het tempo een stuk lager. Een anonieme, rijke man vertrekt voor een lange periode naar het buitenland. In de tussentijd vertrouwt hij zijn vermogen toe aan drie verschillende personen. Ieder krijgt zoveel verantwoording als hij dragen kan. Het vertrouwen van de heer in de mannen is groot: een talent had destijds een waarde van zo’n 20 jaarsalarissen. Ieder krijgt dus een enorme som geld in zijn handen gedrukt. De baas blijft heel lang weg: de mannen hoeven dus niet het gevoel te hebben dat ze op hun vingers worden gekeken. Ze krijgen ruim de tijd en een groot startkapitaal om iets moois op te bouwen.
De mannen met de vijf en twee talenten gaan vol enthousiasme aan het werk. Hun inzicht, lef en verantwoordelijkheidsgevoel geeft dat ze het vermogen verdubbelen. Heel anders is het met de derde persoon. Hij bakt er niks van. Dit komt niet omdat het ene talent niet genoeg zou zijn of omdat hij minder vertrouwen zou hebben van zijn heer. Hij speelt gewoon te zeer op safe. Hij wordt niet beheerst door durf en creativiteit, maar door angst voor zijn baas. Hij doet niet meer dan het verkregen geld in de grond verstoppen, waar het veilig blijft liggen, totdat zijn meester ooit terugkeert.
Met deze parabel wil Jezus de situatie schetsen, waarin wij ons nu bevinden. Als leerlingen van Christus wachten wij op de terugkomst van onze Heer op het einde van de tijd. Al bijna 2000 jaar ervaren we dat de verheerlijkte Jezus langer wegblijft dan bijvoorbeeld Sint-Paulus ons in sommige brieven doet geloven. Ieder mens heeft dus alle tijd om wat te maken van zijn of haar leven. We zijn uitgedaagd om de vele talenten die ieder van ons gekregen heeft, volop te benutten en actief in te zetten voor de ander. In het gezin, op het werk, bij de studie, in het verenigingsleven en in de parochie mogen we ons geven aan het welzijn van de medemens.
We mogen sterke mensen zijn, zoals de bezongen vrouw uit het boek Prediker. Deze moeder laat geen moment onbenut om zich te geven aan haar man en aan haar gezin. Zij is iemand op wie je echt kunt bouwen. Met haar talenten is zij niet alleen een zegen voor haar directe omgeving, maar ook voor de mensen die ze en passant ontmoet. Laten ook wij de vreugde bij God en de mensen om ons heen vergroten, door dankbaar gebruik te maken van wat de Heer ons gegeven heeft. We hoeven ons daarbij niet opgejut te voelen door onze prestatiegerichte maatschappij, maar we mogen wel van harte Gods uitnodiging aannemen om, zolang zijn Zoon nog niet is wedergekeerd, echt met onze talenten veel moois en goeds teweeg te brengen.
Tekst: Bezinning op het Woord, inleidende teksten bij de dagelijkse liturgie