Zondag 12 mei - 4e zondag van Pasen/Roepingenzondag
1e lezing: Hand.13,14.43-52
2e lezing: Apok.7,9.14b-17
Evangelie: Joh.10,27-30
Jezus leren kennen en Hem volgen
Wie roept, laat woorden klinken die anderen kunnen horen. Maar horen alleen is niet genoeg. Wie roept verwacht van de anderen ook dat ze er naar luisteren. Van een roep gaat een oproep uit in de trant van: “Luister naar mij, ik heb jullie iets te melden.” Op die manier gingen Paulus en Barnabas te werk in Antiochië. Zij verkondigden het Woord van God aan allen die het wilden horen. Maar niet allen konden de woorden van de apostelen waarderen. Sommigen beantwoordden hun woorden met beschimpingen, zo staat het in de eerste lezing.
Woorden zijn niet vrijblijvend. Woorden brengen een boodschap over en zetten je aan het denken en uiteindelijk zetten zij aan tot het nemen van een beslissing. Wat Paulus en Barnabas verkondigden was niet hun eigen boodschap. Maar als apostelen verkondigden zij de woorden van God. Zij verkondigden Jezus en zijn Evangelie. Wat staat er bij deze verkondiging op het spel? Niet minder dan heil en eeuwig leven! De apostelen roepen via hun verkondiging mensen op om in Jezus te gaan geloven. En om via Jezus de genade van God te aanvaarden, die leidt tot eeuwig leven.
Waar de apostelen mee begonnen zijn, dat moet de Kerk van nu voortzetten. De Kerk moet het Evangelie verkondigen. Dat is haar basisopdracht. Maar voor deze taak heeft God mensen nodig, dat wil zeggen geroepenen. Vandaag bidden wij om mensen die naar het voorbeeld van de apostelen in dienst willen treden van het heilswerk van Christus. Mensen die namens Hem willen spreken en handelen. Maar voordat zij dit kunnen dienen zij eerst zelf vertrouwd te raken met Christus en zijn boodschap. En zich zelf laten aanraken door Christus. Ook moet God hen roepen en moeten zij willen antwoorden. Daarom is gebed nodig. De Heer zelf spoort ons aan om te bidden voor de zaak van de roepingen. Want Hij zegt: “Vraagt de Heer van de oogst om arbeiders te zenden in zijn wijngaard” (vgl. Mat. 9,38).
De roeping tot het priesterschap, het diaconaat en het religieuze leven is een speciale gave van God. Een gave die Hij graag geeft, maar waarvan Hij verwacht dat wij er om vragen. God wil sommige mensen een aparte plaats geven in het navolgen van Christus. Hij wil dat geroepenen Jezus van meer nabij volgen en van Hem gaan getuigen. Door woorden, maar ook door hun levenswijze. Van geroepenen mag men daarom verwachten dat zij niet alleen naar Jezus’ stem luisteren maar ook dat zij Hem leren kennen en Hem volgen. Wij mogen God danken dat Hij door gaat met het roepen en bijeenbrengen van werkers voor zijn wijngaard. Maar laten wij allen het als onze eerste taak beschouwen om voor zulke werkers te bidden. Laten wij de Heer regelmatig en met aandrang vragen dat Hij mensen mag roepen in de navolging van Christus.
Tekst: Bezinning op het Woord, inleidende teksten bij de dagelijkse liturgie
Illustratie: Campagnebeeld Roepingenzondag 2019