1e lezing: Hand.2,14a.36-41
2d lezing: 1 Petr.2,20b-25
Evangelie: Joh.10,1-10

Geroepen om God te volgen

Een van de mooiste dingen van ons geloof als christenen is dat God zelf het initiatief neemt. Dit in tegenstelling tot de rest van de godsdiensten, waar de mens de godheid probeert te behagen en te zoeken met de bedoeling deze gunstig te stemmen, zodat hij bevrijd kan worden van onrust, moeilijkheden en zorgen. God wil de mens reddend nabij zijn. Hij is degene die op zoek gaat naar de mens, die verward is en verwijderd van het plan dat God voor de mens heeft bereid: het eeuwig leven.

In de eerste lezing horen wij daarom Petrus die tot zijn luisteraars spreekt met vermanende woorden en hen een boodschap van bekering geeft. God wil door middel van deze ‘profeet’ de harten van de mensen bewegen om gehoor te geven aan deze goddelijke oproep om de wegen van God te bewandelen en zijn wil te volgen. Deze roeping om God te volgen, om God lief te hebben, deze roeping tot heiligheid is een algemene roeping die geldt voor ieder mens die in God gelooft.

Al is deze roeping algemeen of universeel, God heeft sommigen geroepen om Hem op een bijzondere manier te volgen zodat zij, in plaats van zich aan een vrouw te binden en te trouwen, zich naar Jezus’ voorbeeld schikken om als ongehuwde bedienaar de Kerk te kunnen leiden, voeden, vermanen en onderrichten in de gestalte van een priester. De missie van de priester is niets anders dan een bijzondere liefde te hebben voor de kerk(gemeenschap) die aan hem is toevertrouwd, zodat hij -zoals wij in het evangelie van vandaag hebben gehoord- aan Christus verbonden, een andere herder kan zijn, die aan het hart en de zorgen van Jezus de goede herder deel heeft.

Hopelijk hebben wij als kerkgemeenschap het besef dat een priester niet beter is dan de rest van de gelovigen, maar wel iemand met een concrete missie (roeping), namelijk om de Kerk te dienen, zoals Jezus zijn bruid de Kerk heeft gediend en liefgehad. Daarom is het nodig dat wij voor hen bidden! Zij hebben de ondersteuning nodig van de gemeenschap die zij voorgaan. Deze ondersteuning uit zich in gebed voor de priester, in de bereidheid om te willen luisteren, in de oprechtheid van hart en het zich willen laten leiden om God beter te leren kennen. Dit is niet zozeer bedoeld om de priester een ‘gunst te bewijzen’ maar omdat hij ons aanspoort en vermaant namens onze Redder, Jezus Christus.

Maar wij kunnen tenslotte ook niet nalaten “tot de Heer van de oogst” te bidden om zijn volk te zegenen met roepingen die deze mooie en tevens zware missie om de Kerk te leiden en te begeleiden op zich willen nemen. Misschien worden onze gemeenschappen wat kleiner in aantal, maar dit hoeft ons niet te weerhouden om voor nieuwe roepingen te bidden zodat er mannen zijn die met enthousiasme zich willen inzetten en toewijden aan de zorg voor onze kerkgemeenschap.

Tekst: Bezinning op het Woord, inleidende teksten bij de de dagelijkse liturgie