Zondag 25 april 2021 – 4e Zondag van Pasen | Roepingenzondag
1e lezing: Hand.4,8-12
2e lezing: 1 Joh.3,1-2
Evangelie: Joh.10,11-18
We hebben goede herders nodig
Van de lagere en de middelbare school bewaar ik een aantal leraren in een aparte herinnering. Ze maakten hun lesstof levend. Het waren geboren leraren, die niet alleen hun lesstof goed overbrachten, maar ook een klik hadden met ons als hun leerlingen, want ze waren ook in ons geïnteresseerd. Kon er iemand niet goed mee, dan werd hij even apart genomen. “Is er wat aan de hand? Wat begrijp je niet?” Je zou Jezus een geboren leraar kunnen noemen. Hij beschouwde zijn taak als leraar niet enkel als het houden van preken. Jezus wist heel goed: “Als Ik het hart van deze leerlingen niet open, dan open Ik ook hun hoofden niet voor de Blijde Boodschap.” Want een leraar die geen hart heeft voor zijn leerlingen, bereikt niets.
Er zijn ons vele uitdrukkingen van Jezus overgeleverd. Vandaag vergelijkt Jezus zichzelf met de goede Herder. In de tijd van Jezus zien de mensen dagelijks de herders uittrekken met hun schapen. Maar iedereen weet ook dat er verschil is tussen die herders. Er zijn de herders met hart voor hun schapen en bij wie de schapen zich veilig voelen. Hun stemgeluid is rustgevend. Maar er zijn ook de huurlingen. Ze schreeuwen tegen de dieren en maken hen bang. Bij gevaar gaan ze op de vlucht.
“Ik ben de goede Herder,” zegt Jezus vandaag. Jezus geeft daarmee een soort visitekaartje af. Vanaf het begin van de Kerk wordt Jezus niet alleen afgebeeld als de gekruisigde, maar er zijn ook de vele afbeeldingen van Hem als de goede Herder. De eerste christenen voelden zich dus bijzonder thuis bij deze voorstellingen van Jezus. Die twee afbeeldingen van gekruisigde en van de goede Herder verklaren elkaar bovendien over en weer. De herder heeft immers ook een gevaarlijk beroep. Hij moet de kudde verdedigen tegen aanvallen van wilde dieren. De goede Herder is bereid zelfs zijn leven op het spel te zetten als er slechts één schaap in gevaar is. De huurling daarentegen gaat op de loop. De goede Herder is het beeld van Jezus' liefderijke zorg voor iedere concrete mens. Juist daarom heeft dit beeld de mensen van alle tijden zo aangesproken.
Nu is het aan de Kerk om die liefderijke zorg van Jezus voor elke mens voort te zetten. De priesters worden daarom ook pastoor of pastor genoemd, wat herder betekent. Door het pastorale werk, door verkondiging en catechese, door viering van de Sacramenten en door persoonlijke aandacht voor de concrete mens wil de Kerk Jezus' liefde aan de mensen van deze tijd schenken. Dat heeft Jezus heel uitdrukkelijk ook aan zijn apostelen als opdracht meegegeven. Daartoe had Hij hen geroepen en door de eeuwen heen heeft Jezus steeds mensen daartoe geroepen. De uitingen van zijn liefde voor elke mens mogen niet stil vallen. Het is daarom belangrijk, dat wij over de Kerk gaan denken en spreken met woorden van geloof, dat deze mensengemeenschap door Jezus is uitgekozen om zijn werk voort te zetten. Jezus zelf heeft het begin gemaakt. Jezus roept mensen om Hem te helpen bij zijn taak en om deze voort te zetten. Iedere gedoopte heeft die opdracht al. Ouders allereerst dienen hun kinderen het geloof over te dragen. Maar ook zijn er priesters nodig om Jezus woord te laten weerklinken en in de Sacramenten Jezus’ heil aan ons door te geven. Bidden we om roepingen.
Tekst: Bezinning op het Woord, inleidende teksten bij de dagelijkse liturgie
Illustratie: Beeld van de Goede Herder bij de Sint-Jozefkerk in Meers (1955)