Social Media

Zondag 10 mei 2020 – 5e Zondag van de Pasen

Geplaatst op: 07-05-2020

Zondag 10 mei 2020 – 5e Zondag van de Pasen

1e lezing Hand. 6,1-7
2e lezing 1 Petr. 2,4-9
Evangelie Joh. 14,1-12

 

Verbonden blijven met Jezus

Help, help! Het is een noodkreet die velen slaken als het mobiele netwerk eruit ligt. Als mailverkeer niet meer mogelijk is, als we niet op andere wijzen via moderne mogelijkheden die voor handen zijn met anderen kunnen communiceren, dan zijn velen reddeloos verloren. We zitten dan meteen met de handen in het haar en in het ergste geval schieten mensen ook nog in de stress. Hoe weet ik nu wat anderen mij willen laten zien of berichten? Hoeveel berichten moet ik nu niet missen? Ja, ieder moment van de dag bereikbaar zijn, dat is het levensmotto van velen.

Als wij vandaag het evangelie gehoord of gelezen hebben, dan zouden we al snel de conclusie kunnen trekken dat Tomas zich ook in een dergelijke, hopeloze situatie bevindt. Als Jezus duidelijk maakt dat Hij heengaat, slaat Tomas de schrik al om het hart: “Hoe moeten wij de weg kennen?” Met andere woorden: Wij kunnen niet zonder U en weten niet waar U heengaat. En dan probeert Jezus de gemoedstoestand van Tomas te temperen door te zeggen: “Ik ben de weg, de waarheid en het leven.”

In zijn onderricht maakt Jezus duidelijk dat Hij en de Vader één zijn. En dan is het Filippus die vraagt: “Laat ons de Vader zien.” Hierop kunnen we in onze gedachten een teleurgestelde Jezus zien die hoofdschuddend zegt: “Ik ben al zo lang bij u en gij kent Mij niet? Wie Mij ziet, ziet de Vader.” Aan de leerlingen en ook aan ons wordt gevraagd hierin te geloven. We kunnen dit laten zien door de weg te gaan die Jezus ons voorgeleefd heeft. Niemand zal tot de Vader komen tenzij door Jezus. Hij zegt dan ook: “In het huis van mijn Vader is ruimte voor velen, Ik ga heen om een plaats te bereiden.”

In een van de eucharistische gebeden (XII) bidden wij dan ook: “..dat voor alle zoekers de weg naar U, Vader, geopend en begaanbaar zij.” Verder wordt onderstreept dat God alleen het geloof van de mensen kent. Dit is een weg die nooit ten einde loopt. Het is een weg van zoeken, van vallen en opstaan. Daarom mogen wij God vragen om “de Geest van Jezus in ons te laten wonen en ons te vervullen met zijn liefde, dat Hij ons maakt tot nieuwe mensen, mensen die op Jezus gelijken” (euch. Gebed XIIb).

Help! Help! Hier hapert toch menige verbondenheid. Wat zou het goed zijn als wij ieder moment van de dag met Jezus ‘in verbinding zijn’. Aan Hem ligt het niet: als er al eens storing is, dan ligt de bron van de storing bij ons. Wij hebben zelf in de hand of wij in een hopeloze situatie terecht komen en of Jezus hoofdschuddend ons aankijkt als ons ongeloof aan de oppervlakte komt bovendrijven. Als wij vandaag met een rustig gevoel verder willen gaan, dan is het misschien wel goed om de gedachte van Tomas tot de onze te maken en te erkennen dat wij niet zonder de Heer kunnen, de Heer die ons de weg zal wijzen.

Tekst: Bezinning op het Woord, inleidende teksten bij de de dagelijkse liturgie