1e lezing: Lev.13,1-2.45-46
2e lezing: 1 Kor.10,31-11,1  
Evangelie: Mc.1,40-45  

Rein worden

We horen vandaag in het evangelie dat Jezus tegen de melaatse man zegt: “Ik wil, word rein.” Door medelijden bewogen, stak Jezus de hand uit en raakte hem aan en terstond verdween de melaatsheid en was hij gereinigd. Wat Jezus voor de melaatse man doet, is een voorafbeelding van wat Hij de hele mensheid graag wil aanbieden. Door het waterbad van ons ontvangen doopsel zijn ook wij door Hem innerlijk gereinigd. Alles wat ons scheidde of blokkeerde om in liefdevolle verbondenheid met God te kunnen zijn, is toen door Hem afgewassen.

Jezus is ook onze geneesheer. Als wij oprecht de hele waarheid van geheel ons innerlijk voor Hem blootleggen, dan aanvaardt Hij ook onze ellende en problemen als de zijne. Alles wat ons gefrustreerd, gekrenkt, gekwetst en verwond heeft, mogen we open en zonder terughoudendheid aan Hem voorleggen. Zijn Goddelijke barmhartigheid wacht op onze verzoeken om innerlijke genezing. Ongezonde situaties ontstaan als men iets in het verborgene houdt. In het sacrament van verzoening en in de ziekenzalving kunnen we alles open bespreken wat we nodig hebben. Er is niets wat Christus onberoerd laat in ons kwetsbare bestaan. Openheid naar God is de sleutel.

De oude kerkvaders zagen in de melaatsheid het beeld van de zonde. Zonden die Jezus kwam wegnemen. Alleen Jezus kan en wil ons innerlijk echt ten diepste genezen. Dit doet Hij door de priesters die namens Hem ‘in persona Christi’, als werktuigen functioneren in zijn handen. We kunnen van de melaatse van vandaag leren hoe hij in oprechtheid voor de Heer staat en op zijn knieën valt, zijn ziekte erkent en om genezing smeekt. Christus geneest hem zonder enige aarzeling en terstond.

Onze open en vertrouw-volle houding ten opzichte van de biecht en de ziekenzalving zal ook ons alles kunnen schenken wat we echt ten diepste nodig hebben. In de biecht schenkt God onze ziel een nieuwe genade, een nieuwe jeugdigheid en een vernieuwing van het leven met Christus. In de biecht worden wij met de Heer op een heel bijzondere wijze vernieuwd en verenigd. Laten we ook onze naasten helpen door hen begripvol te wijzen op de grote genaden die God schenkt door middel van de ziekenzalving en het sacrament van verzoening.

Over drie dagen vieren wij Aswoensdag. Nog steeds een verplichte vasten- en onthoudingsdag. In de Veertigdagentijd gedenken we op bijzondere wijze het lijden en sterven van Jezus. Veertig dagen waarin we ons voorbereiden op het grote feest van Pasen, het feest van Jezus’ verrijzenis en onze verlossing. Maar voordat we dat gaan doen, is het goed om in dankbaarheid van Gods goede gaven te genieten. Want zegt ons de prefatie duidelijk en helder: “Om heil en genezing te vinden zullen wij U danken altijd en overal.” Wat willen we nog meer?

Tekst: Bezinning op het Woord, inleidende teksten bij de dagelijkse liturgie