1e lezing: Ez.34,11 12.15-17 
2e lezing: 1 Kor.15,20 26-28
Evangelie: Mt.25,31-46 

Een koninkrijk van liefde

Vandaag, op de laatste zondag van het liturgisch jaar vieren wij het hoogfeest van onze Heer Jezus Christus, Koning van het heelal. We weten uit de evangeliën dat Jezus de titel van koning verwierp, toen deze titel politiek werd opgevat, in de stijl van de ‘bestuurders van de volken’. Aan de andere kant heeft Jezus tijdens zijn passie tegenover Pilatus zijn koningschap bevestigd. Pilatus vroeg Hem namelijk: "Bent U koning?" En Jezus antwoordde: "Ja, zoals u zegt, Ik ben koning." Kort daarvoor had Hij echter verklaard: "Mijn koninkrijk is niet van deze wereld" (Joh 18, 36).

Het koningschap van Christus is inderdaad de openbaring en uitvoering van het koningschap van God zijn Vader, die alle dingen met liefde en gerechtigheid regeert. De Vader heeft aan de Zoon de missie toevertrouwd om de mensen het eeuwige leven te geven, hen lief te hebben tot het uiterste toe. God heeft aan zijn Zoon de macht gegeven om over alle mensen te oordelen, vanaf het moment dat Hij mens werd en in alles aan ons gelijk behalve in de zonde.

Het evangelie van vandaag benadrukt precies het universele koningschap van Christus de Rechter door middel van de gelijkenis van het laatste oordeel. De beelden zijn eenvoudig, het taalgebruik is populair, maar de boodschap is uiterst belangrijk: het is de waarheid over onze uiteindelijke bestemming en de criteria op basis waarvan we zullen worden beoordeeld. “Ik had honger en je gaf me te eten; ik had dorst en je gaf me te drinken; ik was een vreemdeling en je hebt me ontvangen,” enzovoort. Als we de liefde voor onze naaste in praktijk brengen, volgens de evangelische boodschap, dan laten we ruimte voor Gods heerschappij en wordt zijn koninkrijk in ons midden gerealiseerd.

Aan de andere kant, als iedereen alleen maar aan zijn eigen belangen denkt, kan de wereld niet anders dan ten onder gaan. Het koninkrijk van God is geen kwestie van eer en uiterlijke schijn. Integendeel, zoals Paulus schrijft, het is “gerechtigheid en vrede en vreugde in de Heilige Geest.” De Heer geeft om ons welzijn. Dat wil zeggen dat iedere mens geroepen is om met God verenigd te leven. En dit leven wordt uitgedrukt door middel van het beeld van een feestmaal. Om die reden kan Hij de hypocriete manieren niet verdragen van degenen die zeggen: "Heer, Heer", en vervolgens zijn geboden niet naleven.

In zijn eeuwig koninkrijk verwelkomt God degenen die er dag na dag naar gestreefd hebben om Gods Woord in praktijk te brengen. Dit is dus het koninkrijk van liefde voor de mens, van liefde en waarheid. Dit koninkrijk is het geschenk ‘bereid vanaf de schepping van de wereld’, het geschenk van de liefde.

Tekst: Bezinning op het Woord, inleidende teksten bij de dagelijkse liturgie