1e lezing: Jes.42,1-4.6-7 of Jes.40,1-5.9-11  
2e lezing: Hand.10,34-38 of Tit.2,11-14;3,4-7
Evangelie: Lc.3,15-16.21-22

 

In contact staan met God

De doop van de Heer, maar in het evangelie wordt eigenlijk niets over de doop van Jezus verteld. De enige aanwijzing zijn de woorden 'en Jezus na zijn doop'. Het gaat Lucas blijkbaar veel meer om wat er na deze doop gebeurde.

Hoe word je christen? Door het Doopsel. Puur theoretisch gezien is dit een goed antwoord. Maar van de andere kant voelen we aan dat dit een wat al te gemakkelijk antwoord is en je Doopsel tot een bureaucratisch gebeuren maakt. Dan ben je christen als je je doopbewijs kunt tonen. Maar daarmee ben je nog geen christen in de geest zoals Jezus het bedoeld heeft. Voor Hem is het Doopsel het begin van een nieuw leven, maar wel een leven dat nog helemaal ontplooid moet worden om echt te kunnen spreken van een christen zijn.

Door je Doopsel ben je dan wel christen, maar je krijgt als opdracht mee: word nu ook wat je op grond van je Doopsel bent. Na zijn doop is Jezus in gebed. Dat moet eigenlijk de houding zijn van elke gedoopte: in voortdurend contact staan met God. Bidden is voor Hem: in stilte luisteren naar wat de Vader van Hem vraagt, en zich daardoor laten leiden. En we hebben gehoord wat in dit gebed gebeurt. De hemel gaat open en de Heilige Geest daalt neer. De Heilige Geest die aan de Zoon de wil van de Vader meedeelt en het gebed van de Zoon tot bij de Vader brengt. Die de Zoon bezielt en die de Vader doet zeggen: In U heb Ik mijn behagen gesteld.

Deze Geest heeft alles te maken met gerechtigheid. De eerste lezing maakt dit duidelijk. Leven in het licht van en voor de gerechtigheid maakt ons bemind in de ogen van God. Heel het leven van Jezus zal in dit teken staan. Het is de Geest die Jezus daartoe bezielt. Ook ons Doopsel moet het begin zijn van een voortdurend in contact staan met God om je zo te laten bezielen door zijn Geest en daardoor je leven laten bepalen. Gaan leven in en voor de gerechtigheid.

Alleen het Doopsel is daarvoor niet genoeg. De loop der geschiedenis heeft dit bewezen en ook onze huidige tijd maakt dit iedere keer weer duidelijk. Heel wat mensen zijn in de afgelopen tweeduizend jaar gedoopt. Maar heel wat van deze mensen hebben niet bepaald uitgeblonken in het beoefenen van de gerechtigheid. En hoe is het bij onszelf daar mee gesteld? Komt dat misschien omdat zij en ook wij ons nog zo weinig die gebedshouding van Jezus hebben eigen gemaakt? Zijn Geest nog zo weinig in ons toelaten om ons door die Geest te laten leiden?

Luisteren naar het Woord van God, er over nadenken en kijken hoe je het in je dagelijks leven in praktijk kunt brengen. Dan zullen ook wij die woorden mogen horen: In jou heb Ik mijn behagen gesteld.

Tekst: Bezinning op het Woord, inleidende teksten bij de dagelijkse liturgie