Social Media

Zondag 5 januari 2025 – Openbaring des Heren (Driekoningen)

Geplaatst op: 27-12-2024

1e lezing: Jes.60,1‑6
2e lezing: Ef.3,2‑3a.5‑6  
Evangelie: Mt.2,1‑12  

 

Huisgenoten van God

Vandaag vieren wij in de komst van de wijzen de uitverkiezing van het heidendom. Zij werden namelijk niet geleid door het Woord van God, maar via een ster, door heidenen graag bestudeerd en zelfs vereerd. Paulus omschrijft het geheim van deze dag als volgt: “Bedenkt dat gij (onbesnedenen) indertijd van Christus gescheiden waart, uitgesloten van de gemeenschap van Israël en van de verbonden, waaraan de belofte verbonden was, zonder hoop en zonder God in de wereld.” Het is dus goed om vandaag stil te staan bij het feit van hoever wij gekomen zijn. Tweeduizend jaar christendom heeft bij niet weinigen echter het ongegronde besef doen groeien dat wij onze verlossing zo maar, gratis in de schoot geworpen gekregen hebben. Wij hebben er zo ongeveer een recht van gemaakt.

Het Kind van de kribbe heeft de scheidingsmuur tussen hen die de ware God aanbidden en de volkeren die vreemde goden naliepen, neergehaald door in zijn vlees de vijandschap te vernietigen. Hij heeft vrede gesticht door in zijn persoon uit de twee één nieuwe mens te scheppen en die beiden in één lichaam met God te verzoenen door het kruis, waaraan Hij de vijandschap heeft gedood. Wij weten immers uit de Romeinenbrief dat het Jodendom noch de heidenen met hun gaven tot het ware geloof in God gekomen waren. Het is door de dwaasheid van het kruis dat de ware openbaring Gods gerealiseerd werd.

Voor Joden een aanstoot en voor heidenen een dwaasheid. Het geheim van de menswording was vanaf het begin aanstootgevend. Een verloofde vrouw die zwanger werd voordat zij met haar man in het huwelijk ging samenleven. Arme onbeduidende herders aan wie het grote geheim wordt toevertrouwd. Die vervolgens zelf op zoek moeten gaan naar een kind, in doeken gewikkeld en liggend in een kribbe. En daarin dienen zij hun vreugde om hun redding te zoeken en te vinden. En de wijzen dienden eenzelfde weg te bewandelen. In de paleizen van Jeruzalem zochten zij tevergeefs. Ook zij worden uiteindelijk naar de armoede van de stal geleid.

In de herders werden de ogen van Joodse mensen geopend, omdat zij geloofden in het Woord van de engel dat al een werkelijkheid voor hen was, voordat zij het mochten aanschouwen. Vandaag zien wij dat de wijzen, ondanks het feit dat voor de wereld een Kind als Redder als een dwaasheid wordt gezien, Hem hun geschenken voorleggen. Goud betekent: Jezus is werkelijk de langverwachte Christus Koning, geboren uit het huis van David. Wierook betekent dat in Hem God werkelijk van zijn troon is afgedaald om onder ons zijn tent op te staan. En de mirre staat voor het geheim van zijn dood, waardoor Joden en heidenen tot het nieuwe Godsvolk omgevormd zijn.

Voor Joden een aanstoot voor heidenen een dwaasheid. Wat doen wij? Durven wij ons nederig te voegen in het gezelschap van de armzalige herders en de sterrenwichelaars. Dan zal in ons namelijk het volgende vreugdelicht opgaan: “Wij zijn geen vreemdelingen en ontheemden meer, maar huisgenoten van God.” In het Kind van de kribbe worden wij immers, naast het uitverkoren volk, opgebouwd tot een woonstede van God in de Geest. En moge die Geest ons de genade schenken om via de weg van overgave en aanbidding onze christelijke levensweg te vervolgen.

Tekst: Bezinning op het Woord, inleidende teksten bij de dagelijkse liturgie