Zondag 2 februari – Opdracht van de Heer in de tempel | Maria Lichtmis | Dag van het Godgewijde leven
1e lezing: Mal. 3,1-4
2e lezing: Hebr. 2,14-18
Evangelie: Lc. 2,22-40 of:22-32
Een lichtpuntje zijn
Langzaam maar zeker krijgt de zon weer meer kracht. Wij mensen hebben het licht nodig. Er zijn zelfs mensen die in de winter lichttherapie krijgen om psychisch niet ten onder te gaan aan de winterse duisternis. Over zonlicht gesproken: wij mensen kunnen echter ook zelf een lichtpuntje zijn. Wij hebben ook zelf wel eens het verlangen dat anderen ons optillen al was het maar door een beetje aandacht. In feite bezitten wij allemaal de capaciteit om een vreugdelicht te zijn, maar wij zijn ons er niet altijd van bewust. In feite betekent het feest van vandaag dat God ons uitnodigt zo’n vreugdevol lichtpuntje te zijn. En elk licht heeft zijn voedingsbron. Zonder die bron geen licht.
Het evangelie van deze feestdag reikt ons ook twee lichtpuntjes aan: Simeon en Hanna. Hun geloofsleven vertoont vele gelijkenissen met dat van ons. Zij hebben een gewoon leven achter de rug. Hanna zelfs een leven van pijn en verdriet. Zij heeft slechts zeven jaar met haar man kunnen leven. Na de dood van haar man is zij al die jaren weduwe gebleven. En dat was een lange tijd. Het evangelie vertelt ons immers dat zij een weduwe was van vierentachtig jaar.
Simeon en Hanna, twee gewone mensen en toch ook weer groot. Groot in het geloof. Beiden hebben zij hun leven lang geleefd vanuit dat geloof. En wat hield dat geloof in? Zij verwachtten de komst van God in hun leven. Zij hebben lang moeten wachten. En dan mogen zij uiteindelijk de vruchten plukken van dat lange gelovig wachten. En zij hebben de vreugde van die vervulling niet voor zich gehouden: “Zij spraken over het kind tot allen die de bevrijding van Jeruzalem verwachtten.” Het evangelie spreekt vandaag ook over licht. Simeon zegt, wanneer hij het kind Jezus in zijn armen heeft: “Laat mij nu in vrede heengaan. Mijn ogen hebben immers het Licht mogen aanschouwen, dat voor de heidenen straalt.”
Simeon en Hanna zijn lichtpuntjes en waarom? Zij lieten zich verlichten en voeden door het Licht, de grote vlam Christus Jezus zelf. Christus is het grote licht. De bijbel is vol van Hem. Maleachi roept ons vandaag toe: “En aanstonds treedt de Heer zijn heiligdom binnen. De Heer die gij zoekt, de engel van het Verbond.” Christus is het Licht dat voor allen straalt, die bevrijding verwachten. Zelf zegt Hij: “Komt allen tot Mij, die onder pijn en verdriet gebukt gaat. Ik zal u rust en verlichting schenken.”
Christus wil ons licht zijn in de duisternis. Kunnen wij een lichtpuntje zijn? Het zou een uitdagende oproep mogen zijn aan ons als gedoopte christenen in deze wereld. Wij hebben aan het begin van deze eucharistieviering kaarsen ontstoken en gezegend. Het zijn de zichtbare tekens van ons geloof in Christus, het Licht van de wereld. Wat doen wij nu met die kaars? Verstoppen wij hem in de jas of de tas, opdat toch maar niemand ziet dat wij geloven in Jezus als het Licht van de wereld? Wij kunnen het licht van Christus ook uitdragen. Leven namelijk in de overtuiging, dat wij in Christus een vreugde ontvangen hebben, die wij met anderen mogen delen.
Tekst: Bezinning op het Woord, inleidende teksten bij de de dagelijkse liturgie
Illustratie: Opdracht van de Heer in de tempel, glas-in-loodraam van Jacques Verheijen in de Dionysiuskerk in Schinnen (1952)