Zondag 19 mei 2024 - Pinksteren
1e lezing: Hand.2,1-11
2e lezing: 1Kor.12,3b-7.12-13 of Gal.5,16-25
Evangelie: Joh.20,19-23 of Joh.15,26-27;16,12-15
Kom in beweging
De leerlingen zaten in gebed bijeen, zo hoorden we in het evangelie op Hemelvaartsdag. Jezus had hen beloofd altijd bij hen te blijven, hen niet alleen te laten. Ze moesten goede moed houden en op de beloofde helper wachten: Gods Geest. Maar zo gaat dat met ons mensen, wachten is moeilijk, geloven en vertrouwen in een belofte nog moeilijker. Toen Jezus vóór zijn kruisdood aangaf dat Hij na drie dagen zou verrijzen, was het ook moeilijk voor hen om het te geloven. Eerst zien, dan pas geloven. Ook toen waren ze bang en sloten zich op, zoals ze nu ook weer gedaan hebben. Bang voor wat komen gaat, bang voor een onbekende toekomst. Toen Jezus hen verscheen, weliswaar in verheerlijkte vorm, maar toch, vatten ze weer moed en durfden ze weer verder te kijken.
Maar nu is Hij dan definitief naar de Vader teruggekeerd. Hij heeft wel beloofd bij hen te blijven, al de tijd, in de persoon van de Heilige Geest, maar ja... ook nu weer: eerst zien, dan geloven. En dan gebeurt het, het Pinksterwonder: een hevige wind, het hele huis is er vol van. Ze worden aangeblazen, ze komen in beweging, als een schip dat wind in de zeilen vangt. Hun angst en verlamming gaan weg, ze raken vol vuur door de Geest. Zo zelfs, dat het lijkt alsof er vlammen op hun hoofd staan, ze staan in vuur en vlam. En ze beginnen te spreken, vol goede moed, zodat ieder hen verstaat, wat ook hun moedertaal is. Het omgekeerde van de spraakverwarring bij de bouw van de toren van Babel. Toen wilde de mens uit eigenwaan en vertrouwen in eigen kunnen opklimmen tot God, nu laten ze zich volstromen door Gods Geest en door Hem op weg zetten. Als de mens op zichzelf vertrouwt wordt het niets, als hij op Gods Geest vertrouwt kan hij bergen verzetten.
In het evangelie horen we mooi hoe Jezus zijn Geest over hen uitstortte, Hij blies over hen. Zo deed God al bij het begin, bij de schepping van de wereld: Hij blies erover en alles begon te ontstaan. Geest die leven geeft, Geest die scheppend is - veni, creator spiritus. We zeggen ook wel: een nieuwe wind gaat waaien. God stort zijn Geest ook over ons uit, blaast ons leven in, zet ons in beweging. Maar vaak zijn we net als de leerlingen, zitten we vast in onze zorgen, onze problemen, onze dingetjes. We hebben de ramen en deuren gesloten, stel je voor dat iemand onze rust verstoort! We klagen dat het slecht gaat met de wereld, met onze Kerk, maar komen we in beweging?
De leerlingen kwamen in beweging, gingen naar buiten om de boodschap van Jezus te verkondigen. Taal was geen probleem, immers de taal van de liefde is universeel. Dat hebben ook de Nederlandse missionarissen ervaren in vervlogen tijden, toen zij in vreemde landen aankwamen, waarvan ze de taal niet kenden. Dat ervaren ook de missionarissen van onze tijd, veel priesters uit India en Indonesië die in ons land werken. Zij hebben zich door Gods Geest laten leiden tot naar ons land en verkondigen vrijmoedig en zonder angst de Blijde Boodschap van Jezus. En – met een beetje goede wil – verstaan de mensen hen wel.
We hoeven niet ver weg te gaan naar een vreemd land, maar we kunnen ook hier en nu ons laten begeesteren, ons door Gods Geest laten aanblazen. We kunnen de wereld verbeteren door te beginnen in onze eigen omgeving.
Tekst: Bezinning op het Woord, inleidende teksten bij de dagelijkse liturgie