Preek chrismamis 2022
Elk jaar spoort de Chrismamis ons weer aan te gaan staan in het “ja-woord” op de roeping van God, dat wij op de dag van onze priesterwijding hebben uitgesproken. We werden bij naam geroepen en hebben persoonlijk geantwoord: “Adsum”. “Ja, hier ben ik,” zo hebben wij gezegd, ons bereid verklarend om in Jezus’ naam gezonden te worden.
Vandaag lezen we het deel uit het evangelie volgens Lucas, waarin Jezus zichzelf en zijn zending op indrukwekkende wijze voorstelt. Hij maakt een niet geringe aanspraak: Hij is door de Geest gezalfd.
Gezalfd door de Geest, gedragen door de Geest, leefde Jezus tussen mensen, tussenvolksgenoten, die soms kortzichtig ,waren en moeite hadden om zijn boodschap te aanvaarden – ze waren uiteindelijk zelfs bereid Hem te doden om zijn woorden. Toch bleef Hij bij hen en bad Hij met hen ‘volgens zijn gewoonte’ op de sabbatdag.
Die Geest hebben wij op de dag van onze priesterwijding in de ons opgelegde handen ontvangen. Wij hebben ons gegeven voor zijn zending, met onze naam ons beschikbaar gesteld en de geloften afgelegd.
Bij de voorbereiding van deze preek had ik even het idee om een paar mensen – willekeurig gekozen – aan het schrikken te maken. Om ons even weer wakker te maken, dacht ik drie willekeurige namen te noemen van hier aanwezige priesters en hun te vragen om, als ze hun naam hoorden, op te staan en dan opnieuw, fris van de lever te zeggen; zoals bij de wijding: ‘Ja hier ben ik’.
Ik zal dat niet doen, omdat de kans groot is dat u ter plekke een attack krijgt; of omdat anderen denken: zou er met die genoemde priesters wat aan de hand zijn? En dat is niet aan de orde. Het gaat om het opnieuw bewust uitspreken van het ja-woord, zoals zoveel jaar eerder op de dag van de wijding.
Misschien dat u toen al bijna een attack kreeg, toen u uw naam hoorde en er ook nog een antwoord verwacht werd. Maar de naam van elke priester in ons bisdom zou hier kunnen worden genoemd, want we vernieuwen vanavond allemaal ons ja-woord. Hopelijk bewust en met overtuiging. Met heldere stem.
Vanavond wordt aan u als collega-priesters ten overstaan van mij als bisschop en het volk van God gevraagd om opnieuw die beschikbaarheid om Gods Geest uit te dragen, uit te spreken en te beloven wat u eens heeft uitgesproken. En ik vraag u voor mij te bidden, opdat ook ik mijn taak kan volbrengen.
Woorden van belofte, gesproken ten overstaan van de bisschop. Die bisschop kan volgend jaar trouwens best een andere persoon zijn. Woorden van belofte gesproken ten overstaan van het volk van God, dat evenzeer verandert; mensen worden geboren, mensen migreren en mensen sterven.
Veel parochies blijven vergrijzen, sommige kennen jonge loten. Er zijn parochies in het Limburgse volk van God waar meer Poolse aspergestekers of Engelstalige studenten naar goede gewoonte of gewoon geloof op de zondag naar de kerk komen, dan autochtone parochianen. En toch blijven zij allen bij het volk van God horen. Voor God en zijn volk hebben wij ons ja-woord gegeven en willen we dat dadelijk vernieuwen. Bij de hernieuwing van de beloften zult u ook zonder aansporing hebben gezegd: ‘ja dat wil ik’, als bevestiging van het ‘ja, hier ben ik’.
Wie de volgende bisschop zal zijn, wanneer en hoe de samenstelling van het volk van God ook zal zijn, of de volgende bisschop iemand naar uw smaak zal zijn of dat de mensen uit Gods volk u wel of niet zullen horen of kunnen of willen verstaan: onze taak blijft ongewijzigd.
Hoe vaak hebben we uit de mond van bruidsparen deze woorden niet verwacht en gehoord: dat zij als man en vrouw uit vrije wil elkaar trouw willen blijven in goede en kwade dagen, in armoede en rijkdom, in ziekte en gezondheid, dat zij elkaar willen liefhebben en waarderen al de dagen van hun leven. Bij onze wijding hebben we het ambt van bediening op ons genomen. Je zou kunnen zeggen: hebben ook wij beloofd in goede en kwade dagen, in armoede en rijkdom, in ziekte en gezondheid om de Heer en zijn volk lief te hebben en te waarderen al de dagen van ons leven.
Worden eigenlijk ook aan ons vanavond ook niet juist deze woorden gegeven en gevraagd? Door ons ja-woord ons te binden aan de Heer, niet onszelf te zoeken maar ons blijven inzetten waartoe we ons geroepen weten en waaraan we ons uit vrije wil en in Gods geest verbonden hebben. Om in die Geest onbaatzuchtig en met liefdevolle toewijding betrouwbare beheerders van woord en sacrament te zijn. Goede en kwade dagen, in armoede en rijkdom, in ziekte en gezondheid, al de dagen van ons priesterleven.
De tweede lezing van deze dag, genomen uit de Apocalyps van Johannes begint met een zegenwens: Genade zij u en vrede van Jezus Christus de getrouwe getuige. Dat zijn genade en vrede ook de onze mag zijn. Dat Hij ook onze Alfa en Omega mag zijn, al de dagen van ons leven. Iedere dag opnieuw. Amen.
+ Harrie Smeets,
bisschop van Roermond