Social Media

Zondag 24 juli 2022 – 17e Zondag door het jaar

Geplaatst op: 08-07-2022

1e lezing: Gen.18,20-32  
2e lezing: Kol.2,12-14
Evangelie: Lc.11,1-13  

 

Hoe zal ik bidden?

Bent u een doorzetter of laat u het al snel afweten? Het gaat vandaag over het bidden. En als u de boeken van de gebedstrainers van onze Kerk leest, dan is een ding zeker: alleen hij of zij die doorzet zal met Gods hulp vrucht dragen. Durven wij te bidden in het besef, dat ook hier doorzettingsvermogen van groot belang is. Jezus zegt zelf: "Vraagt en u zal gegeven worden; zoekt en gij zult vinden; klopt en er zal worden opengedaan." 

Hebben wij ten opzichte van God nog verlangens en durven wij deze verlangens ook in onze gebeden kenbaar te maken? Misschien bent U teleurgesteld in uw gebeden. Dan stel ik de volgende vraag: hebt u geen bijkomstigheden met wezenlijke zaken verwisseld? Maar de belangrijkste vraag luidt ook hier: Hoe hebt u zich ten opzichte van God opgesteld? Hoe hebt u God benaderd? Wil vleierij en een leugentje om bestwil in onderling menselijk contact nog wel iets opleveren, God wil anders benaderd worden. Hierover zegt de Schrift: “God doorgrondt hart en nieren.” 

Hoe benader ik God om mijn wensen aan Hem voor te leggen. Hoe zal ik bidden? Deze vraag hebben de leerlingen ooit aan Jezus voorgelegd. En dat deden zij niet zomaar. Bidden is immers geen eenvoudige bezigheid. Het is anders dan een gewoon gesprek van mens tot mens. God zegt niets terug, tenminste niet op de manier die wij als mensen onderling gewend zijn. Bidden kan daarom vermoeiend zijn, lastig en zelfs vervelend of slaapverwekkend. Welnu, de leerlingen hebben meer dan eens gezien met welk een geduld, rust en overgave Jezus in gebed was. Bij Hem geen tekens van vermoeidheid of verveling. Het is om die reden dat de apostelen op een goede dag de stoute schoenen aantrekken en Jezus volmondig het volgende verlangen voorleggen: “Heer, leer ons bidden." En wat antwoordde Jezus? Hij schonk zijn leerlingen het 'Onze Vader'. 

Jezus leert zijn leerlingen geen methode aan. Bijvoorbeeld een bepaalde houding. Jezus spreekt niet over technieken; Hij nodigt de leerlingen louter uit om God te benaderen als een liefdevolle, zorgzame Vader. God als een Vader benaderen. Dit wil zeggen: leg met een kinderlijk vertrouwen jouw verlangens aan Hem voor. En wij weten allemaal hoe ouders zijn. Ook al geven zij hun kinderen niet altijd wat zij verlangen; zij hebben het beste met hen voor. Heeft Jezus dat ervaren met zijn eigen ouders Maria en Jozef; als kind heeft Hij ook reeds een uitzonderlijke verhouding met God, die Hij terecht zijn Vader noemt. Met kinderlijk vertrouwen richtte Hij zich telkens opnieuw tot deze Goddelijke Vader. En zijn gebedsvertrouwen hield ook stand bij tegenspoed. Hangend aan het kruis, van God en mensen verlaten sprak Hij nog vol vertrouwen de volgende woorden: "Vader, in uw handen beveel ik mijn Geest." 

Hoe zal ik bidden? Jezus geeft een tweeledig antwoord. Vraag en blijf vragen. Maar ook: durf met een kinderlijk vertrouwen alles als een geschenk uit Gods hand aanvaarden. Dan zul je in voor- en tegenspoed ervaren dat God de Vader in alles onze verlangens ruimschoots vervuld. Sterker nog, een oprecht gebed in vertrouwen op God als Vader zal uiteindelijk God zelf tot doel van onze verlangens maken. 

En dat is in feite de bedoeling van elk gebed: dat wij God kennen en Hem die Hij gezonden heeft. Kind zijn bij God aan huis. Zich onder alle omstandigheden geborgen weten in Gods hand. Bij Hem blijvende vrede vinden, ook als wij in onze verlangens niet altijd verhoord worden. Bidden met zo'n vertrouwen, dat wij in God zelf de vervulling van onze wensen vinden. De aanhouder wint. "Als Gij dus – ofschoon Gij slecht zijt – goede gaven aan uw kinderen weet te geven, hoeveel te meer dan zal uw Vader in de hemel de heilige Geest geven aan wie Hem erom vragen."

Tekst: Bezinning op het Woord, inleidende teksten bij de dagelijkse liturgie