Social Media

Zondag 26 september 2021 – 26e september 2021

Geplaatst op: 23-09-2021

1e lezing Num.11,25‑29
2e lezing Jak.5,1‑6
Evangelie Mc.9,38‑43.47‑48  

 

Als God maar verkondigd wordt

God is geen egoïst en ziet de mens niet als zijn concurrent. Hij deelt zijn gaven juist graag uit aan ons mensen. In de eerste lezing worden Gods vrijgevigheid en zijn verbondenheid met de mensheid zichtbaar. In het boek Numeri lezen we dat de Heer neerdaalt en met Mozes in gesprek gaat. God begeeft zich zo op menselijk niveau. Hij wil Mozes als het ware in de ogen kijken en verlaat zijn hemels domein om zich met hem te onderhouden. God verplaatst zich niet alleen naar de aarde, Hij verplaatst zich ook in de levenssituatie van de mens. Hij denkt met Mozes mee en wil zijn leidinggeven aan het volk verlichten.

Daarom neemt God een deel van de Geest, die reeds op Mozes rust, weg en schenkt deze aan de zeventig oudsten. Zo rust niet meer alle verantwoordelijkheid op de schouders van de ouder wordende Mozes. Hij kan zich nu in zijn profetische taak gesteund weten door een grote groep helpers. Na de geestgave tonen deze oudsten meteen dat zij deze hemelse wijsheid daadwerkelijk bezitten. Spontaan beginnen ze te profeteren. Zo brengen ze God onder de mensen door over Hem en in zijn Naam te spreken. Samen met Mozes zijn ze nu de boden van Gods aanwezigheid op aarde.

In het vervolg van het verhaal blijkt echter dat God soms anders werkt dan wij mensen verwachten. Twee mannen van de groep van 70 oudsten blijken ook de geestkracht ontvangen te hebben, hoewel ze niet naar de tent van samenkomst gekomen waren, zoals God via Mozes had opgedragen. Toch zijn ook deze Eldad en Medad begiftigd met de Geest en beginnen te profeteren. Een jongen verklikt beiden echter bij Mozes. Ook Jozua is niet van hun optreden gediend. Eldad en Medad waren er immers niet bij in de tent van samenkomst, dus ze hebben ook geen recht op het profeet-zijn, redeneert Jozua. Mozes kijkt echter breder en focust op de positieve kant van beide heren: ze profeteren en verkondigen zo Gods boodschap onder de mensen. Dat is wat telt, dat is belangrijk. Ook al stellen ze zich enigszins op als twee einzelgängers, uiteindelijk zijn beiden tot voorbeeld voor heel het volk van Israël, dat geroepen is om Gods Naam op aarde bekend te maken. Zo ziet Mozes Eldad en Medad niet als concurrenten, maar als medewerkers van God.

In het evangelie is het Johannes die zich als een Jozua opstelt. Eigenlijk kaart hij precies hetzelfde probleem aan. Iemand die niet bij de groep hoort of zich anders gedraagt dan de groepsleden, doet hetzelfde goede werk als de volgelingen van Jezus. Johannes ziet zo zijn positie bedreigd. Als ook anderen mannen en vrouwen, die niet tot de twaalf Apostelen behoren, duivels gaan uitdrijven, verslechtert zijn ‘positie op de arbeidsmarkt’. Alleen wie door Jezus persoonlijk geroepen en aangesteld is, mag dit soort goddelijke opdrachten op aarde vervullen, meent apostel Johannes.

Jezus gaat hier echter tegenin en doorbreekt het concurrentie-denken van zijn leerling. “Wie niet tegen ons is, is voor ons”, zegt Jezus. Net zoals de Geest ook was neergedaald op Eldad en Medad, ook al waren ze thuisgebleven, zo is de heilige Geest ook overvloediger aanwezig in Jezus’ en onze tijd. De Geest waait waar Hij wil. God roept wie Hij wil. Jezus kiest uit wie Hij wil. Belangrijk is dus om zich niet blind te staren op wie een officiële aanstelling gekregen heeft, wie tot welke groep behoort, wie welke positie inneemt. Hoofdzaak is dat God verkondigd wordt op aarde in woord en daad. Prioriteit is dat wij mensen ons afhouden van wat zondig is, wat onszelf of anderen schade berokkent, en God en de naasten dienen met geduld en trouw.

God is geen egoïst en ziet de mens niet als zijn concurrent. Accepteren wij dat God ook buiten onze verwachtingspatronen om mensen kan roepen, inspireren en begeesteren? Zien wij in dat ook mensen buiten onze eigen vertrouwde groep van familie, vrienden en parochiegemeenschap mee kunnen werken aan Gods koninkrijk op aarde, ook al doen zij het anders dan wij gewend zijn? In ieder van ons schuilt een Jozua of Johannes: zij deden aan concurrentie- en hokjesdenken. God is echter groter, vrijgeviger en barmhartiger dan wij verwachten. Spiegelen we ons aan Mozes en Jezus en verheugen we ons over iedere mens, die meehelpt om God zichtbaar te maken in deze wereld.

Tekst: Bezinning op het Woord, inleidende teksten bij de dagelijkse liturgie

Illustratie: Wim Johannesma