Zondag 4 oktober 2020 - 27e Zondag door het jaar
1e lezing: Jes.5,1-7
2e lezing: Fil.4,6-9
Evangelie: Mt.21,33-43
Vruchten van geloof
In de lezingen van vandaag horen we dat God wacht op onze erkentelijkheid. Het kwetst God wanneer wij ons niet richten naar het gebod van de liefde. Het is ook een soort wake-up call dat, indien onze persoonlijke verhouding tot God wegvalt, ook andere persoonlijke verhoudingen tot medemensen zullen wegvallen. In plaats van God gaan we dan bewust of onbewust zelf gemaakte goden of gouden kalveren aanbidden. De liturgie van vandaag spreekt samenvattend over het tekortschieten in het beantwoorden aan die uitnodigende liefde. Ook al waren de wijnstokken geplant in goede grond, zij droegen zure vruchten.
Jezus laat ons het eindeloze geduld zien van God, de eigenaar van de wijngaard, die de ene dienaar na de andere stuurt om de opbrengst in ontvangst te nemen. Als we willen bijdragen aan de opbouw van een betere wereld dan zal de erkenning dat alleen Jezus de hoeksteen is een goede start zijn. Want wie anders dan Hij en zijn Woord kan correct richting en zin geven aan ons leven? Toch is het evangelie van vandaag geen evangelie van wanhoop of dreiging maar het schetst wel een beeld van hoe de wereld is en hoe zij zou moeten zijn. Als we het goed lezen dan blijkt er geen sprake van dat God zijn wereld in de steek zou laten, maar wel dat Hij de wijnbouwers zal aanpakken. Gelukkig is God geen God van wraak maar van liefde en barmhartigheid.
Bewust of onbewust bouwt ieder mens zijn eigen toekomst op, bouwt eenieder aan het huis van zijn eigen persoonlijk geluk. Wel is het de vraag welke bouwstenen men kiest; is het bezit, prestige, podium, prestatie, comfort of applaus? Al deze dingen hebben geen toereikende grond in zichzelf om het ware blijvende geluk en de vrede aan ons te kunnen schenken. Helaas wordt Christus als hoeksteen nu door veel mensen verworpen. Het is aan ieder van ons een goede vraag of de Heer in ons wilde bessen of juist vruchten van geloof, hoop en liefde kan vinden? Niemand kan door zichzelf of uit eigen kracht van de zonden worden verlost of boven zichzelf worden verheven, daar hebben wij Christus voor nodig.
Laten ook wij eens wat dieper in onszelf kijken of er in ons zwakheden zijn waar we ons meer bewust van mogen worden. Als we bijvoorbeeld bemerken dat we te kritisch zijn ten opzichte van anderen, te ongeduldig, geestelijk lauw of wat middelmatig, dan mogen ook wij onze zwakheden aan Gods Barmhartigheid voorleggen opdat Hij ons zal kunnen bevrijden, corrigeren en innerlijk genezen. Deze erkentelijkheid van onze zwakte en onmacht zal God behagen en Hij zal ons belonen met een waarachtige vrede en vreugde.
Tekst: Bezinning op het Woord, inleidende teksten bij de dagelijkse liturgie