Zondag 31 oktober – 31e Zondag door het jaar
1e lezing: Deut.6,2-6
2e lezing: Hebr.7,23-28
Evangelie: Mc.12,28b-34
Met heel je hart
“Wat is het allereerste gebod?” Voor de Joden was het een geen onbelangrijke vraag, want zij hadden en hebben een heel stelsel van geboden. Israël had 613 bepalingen, waarvan 365 verboden en 248 geboden. Misschien dat het ons een beetje doet glimlachen, maar ook de Kerk kent haar geboden. Ze heeft de tien geboden overgenomen, maar daar eigen aan toegevoegd. Je hebt de geboden van de Kerk en kijk eens wat er alleen al aan regels zijn in de liturgie, of neem de moraal…
“Wat is het allereerste gebod?.” “De Heer onze God is de enige Heer, Gij zult de Heer uw God beminnen met geheel uw hart, geheel uw ziel, geheel uw verstand en geheel uw kracht.” Dat is een hele mond vol! Wat in ieder geval duidelijk is, het begint bij het hart. Let op je hart, lijkt Jezus te willen zeggen. Doe wat je doet met liefde. Anders raak je verdeeld en dat zullen we heel goed kunnen herkennen. Dan doe je je plicht, maar niet van harte. Je fatsoen houden, het decorum hooghouden. Nee, zegt Jezus, zo niet. Als het niet van harte is, word je nooit helemaal gelukkig; op den duur doe je dan je plicht maar half.
“Met heel je hart.” Wat een uitdaging! Wat een uitnodiging! Heel de dag lief te hebben. Niet halfslachtig leven, maar met heel je hart, heel je ziel, heel je verstand en al je krachten. Kan ik dat wel, is dat niet te veel gevraagd? Dat is toch onmenselijk! Dat zou het zijn, als het daarmee begon, maar er staat eerst: “Hoor Israël.” Dat wil niet zomaar zeggen dat je moet luisteren, maar dat je goed moet luisteren, God spreekt als eerste! Luister hoe Hij het zegt, wat de Bron is van waaruit Hij durft vragen. Ontdek hoezeer Hij die woorden scheppend spreekt. God de Vader die tot ons komt in Jezus en die ons aanspreekt uit kracht van de Geest. Dat is het geheim van de Drievuldigheid.
Een gemeenschap van beminnende liefde. Want dat wordt ook duidelijk, je moet de Heer liefhebben en de naaste als jezelf. Dat wordt in een adem genoemd met het eerste, zonder dat er om gevraagd werd. Je zou denken, laten we maar eens met één gebod beginnen, daar heb ik de handen aan vol. Maar blijkbaar horen deze twee onlosmakelijk bij elkaar. Het wonderlijke is blijkbaar dat wie luistert op die diepte, kan niet anders dan liefhebben met en in Hem. Je naaste als jezelf.
“Als jezelf”, houdt u van uzelf? Is dat nou juist vaak niet het moeilijkste. Of vinden we het misschien zelfs gek om van onszelf te houden. Mag dat wel? Ja, het moet! Dat is nu juist het geheim. Wie luistert op de diepte van zijn hart, die merkt niet allereerst dat God van de anderen houdt, en dus moet ik er ook maar van houden; nee, die hoort dat God van mij houdt, zelfs als ik het voor de anderen nog niet kan opbrengen.
“Hoor Israël.” Hij spreekt tot jou! Het gebed begint dus altijd eerst persoonlijk. In de Kerk gaat de persoon voor de groep. En we worden groep in Hem. Dat is nu precies het geheim van de offerande. We weten allemaal hoe kwetsbaar we daar zijn. Hoezeer we worstelen met de ander, vooral met sommige anderen. En dat dat worstelen vaak ten diepste een worstelen is met onszelf, waar we onszelf maar moeilijk kunnen aannemen. En toch ligt daar het geheim. “God schiep de mens naar zijn beeld.” Jezelf accepteren zoals God je geschapen heeft, uit liefde en voor de liefde. Onszelf accepteren met onze mogelijkheden en onze grenzen. Jezelf aannemen om wat je bent en niet om wat je hebt. Omdat jij, jij bent. Daarom is de Eucharistie ook echt een gemeenschapsgebeuren. We gaan persoonlijk ter communie, maar we communiceren ook samen.
We zijn geschapen naar zijn beeld. We worstelen met die werkelijkheid, maar Hij is het die ons herschept. Dat we daarop vertrouwen, en op die diepte leren leven. Dat we het durven, omdat Hij het durft met ieder van ons. Dat wij door Hem en met Hem en in Hem het durven en proberen om op die diepte van Hem, van onszelf en de naaste te houden, want dat zal deze wereld werkelijk herscheppen naar zijn beeld en gelijkenis.
Tekst: Bezinning op het Woord, inleidende teksten bij de dagelijkse liturgie