Social Media

Zondag 15 december 2024 – 3e Zondag van de Advent | Zondag Gaudete

Geplaatst op: 11-12-2024

1e lezing: Sef.3,14-18a
2e lezing: Fil.4,4-7
Evangelie: Lc.3,10-18  

 

Wat moeten wij doen?

Johannes de Doper is de figuur die de Kerk elk jaar in de Advent ten tonele voert, omdat hij ons als geen ander behulpzaam kan zijn bij onze voorbereiding op het komende kerstfeest. Destijds bereidde hij de mensen immers voor op de komst van de Messias. Daar was men in die tijd heilig van overtuigd: dat de door God beloofde Verlosser zou komen, de Verlosser met wie een nieuwe tijd van voorspoed en vrede zou aanbreken. Ja zelfs geloofde men in de komst van een voorloper en wegbereider: de profeet Elia die zou wederkomen die “het hart van de vaders naar de zonen zou keren en het hart van de zonen naar de vaders” (Mal.3,23-24). Jezus zelf zou later getuigen dat die voorloper en wegbereider in en met Johannes de Doper was gekomen.

Maar in plaats van dat iedereen enthousiast op zijn komst reageerde, handelde men naar willekeur met hem, zoals ze dat later ook met de door Hem aangekondigde Messias zouden doen (vgl. Mt.17,12). Zo begon hij “in het vijftiende regeringsjaar van Tiberius, toen Pontius Pilatus landvoogd van Judea was en Herodes viervorst van Galilea” aan de uitvoering van zijn zending door “in de streek rond de Jordaan op te treden en een doopsel van bekering tot vergeving van de zonden te preken”. “Bekeert u”, zo sprak Hij, “want het Rijk der hemelen is nabij” (Mt.3,2).

Nu horen wij een oproep tot bekering nooit graag, maar al helemaal niet als die gepaard gaat met de woorden: “Adderengebroed, wie heeft u voorgespiegeld dat ge de dreigende toorn kunt ontvluchten? Brengt dus vruchten voort die passen bij bekering… reeds ligt de bijl aan de wortel van de bomen. Elke boom die geen goede vrucht draagt, wordt omgekapt en in het vuur geworpen” (Luc.3,7-9). Gelukkig is de toon die Johannes vandaag aanslaat toch wat milder: “Wie dubbele kleding heeft, laat hij delen met wie niets heeft en wie voedsel heeft, laat hij hetzelfde doen”; plunder niemand uit, pers niemand wat af, maar wees tevreden met wat u hebt.

Maar niet alleen naar anderen toe was Johannes streng maar rechtvaardig, ook naar zichzelf toe. Hij deed zich niet groter voor dan hij was: hij was de Messias niet, ook al waren er die dat dachten. “Ik ben niet waardig de riem van zijn sandalen los te maken.” Maar dan verandert zijn toon weer als hij het heeft over de door hem aangekondigde Messias die ons zal komen dopen met de heilige Geest en met vuur: “De wan heeft Hij in zijn hand om zijn dorsvloer grondig te zuiveren en zijn tarwe te verzamelen in de schuur, maar het kaf zal Hij verbranden in onblusbaar vuur.” Moeten we ons zo Jezus voorstellen, de door Johannes aangekondigde Messias?

Toen Jezus eenmaal was gekomen en Johannes hoorde wat Hij allemaal zei en deed, begon hij toch een beetje te twijfelen: “Zijt Gij nu de komende of hebben wij misschien toch een ander te verwachten?” (Luc.7,20). Sinds Jezus’ eerste komst die we met Kerstmis vieren, is er inderdaad een tijd van verzoening en genade aangebroken. Maar aan die tijd komt een einde als Hij in heerlijkheid zal wederkomen om te oordelen levenden en doden. Dan zal Hij inderdaad de wan in zijn hand hebben om zijn dorsvloer grondig te zuiveren. Laten we dan ook dankbaar gebruik maken van het heilsaanbod dat God ons hier en nu in Jezus zijn Zoon doet: het woord dat ons mensen redt, de hand die God ons zondaars reikt, de weg waarlangs Gods vrede ons wordt aangeboden.

Tekst: Bezinning op het Woord, inleidende teksten bij de dagelijkse liturgie