Social Media

Zondag 12 maart 2023 – 3e Zondag van de Veertigdagentijd

Geplaatst op: 08-03-2023

1e lezing Ex.17,3-7  
2e lezing Rom.5,1-2.5-8  
Evangelie Joh.4,5-42 of 4,5-15.19b-26.39a.40-42 

 

Een bron om onze dorst te lessen

Het evangelie spreekt deze zondag over dorst. In de tijd van Jezus kwam dorst waarschijnlijk veel vaker voor. Het klimaat van Israël kan heet zijn en goed water was in die tijd eerder schaars. Zo kon het gebeuren dat Jezus, vermoeid van een tocht, zomaar bij de bron van Jacob ging zitten. Hij had namelijk dorst: “Het woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond.” 

Dat Jezus werkelijk mens was, wordt hier op een eenvoudige manier tastbaar: Hij heeft dorst. Gods Zoon wordt mens om onder andere ook vermoeidheid en dorst te ondergaan. Maar ook het goddelijke van deze mens Jezus klinkt door: "Als gij enig begrip had van de gave Gods en als ge wist wie het is, die u zegt: Geef mij te drinken, zoudt ge het aan Hem gevraagd hebben." 

Het gaat hier in dit evangelie nog altijd over dorst. De rollen worden echter door Jezus omgekeerd. "Als gij enig idee had... dan zoudt gij het aan Hem gevraagd hebben." Wanneer Jezus bij de put komt, is Hij van die vrouw afhankelijk. Zij heeft namelijk een emmer, Jezus niet: "Heer, Gij hebt niet eens een emmer en de put is diep." De apostel zegt hierover: "Hij is in alles aan ons gelijk geworden behalve in de zonde."

Dit volledig mens zijn van Jezus met al zijn beperktheden maakt ons geloof soms tot een moeilijk, zelfs aanstootgevend geloof. God heeft zich in Jezus van mensen afhankelijk gemaakt. En zoals bij die put laat Hij het ook in onze dagen meer dan eens afhangen van onze bereidheid tot medewerking. Dan kan het zijn dat ons, zoals bij die vrouw, de dorst vergaat: "Heer, gij hebt niet eens een emmer en die put is diep." 

Het aantal mensen dat kerkelijk gezien afhaakt, wordt steeds groter en waarom? Omdat de Kerk lijkt op Jezus die bij de diepe put zit en niet eens een emmer heeft. Hoe wil Hij dan onze dorst lessen? Het is natuurlijk de vraag: welke dorst? Die vraagt blijft ook in het verhaal van de Samaritaanse lang een open vraag. De vrouw blijft steken bij de gewone aardse dorst, terwijl Jezus op een veel dieper niveau spreekt: "Als gij enig idee hadt van de gave Gods." 

Zo kijken velen ook tegen de Kerk aan. Mensen verwachten van de Kerk soms dingen, waarvan wel zijzelf maar bijvoorbeeld niet de pastoor de emmer heeft, om bij het beeld van het evangelie te blijven. De Kerk lijkt op Jezus, die vermoeid van zijn tocht bij de put zit. Ook zij heeft dorst. Ook de Kerk is afhankelijk van onze medewerking en steun. "Als gij enig begrip hadt van de gave Gods...". Hij is in alles aan ons gelijk geworden, behalve in de zonde." 

Misschien vinden wij hier naast de uitnodiging om Jezus in zijn werk bij te staan de bron waar onze diepste dorst gelest wordt. Een dorst die alleen van Godswege gelest kan worden. Zo zegt het tenminste vandaag de apostel: "Gerechtvaardigd door het geloof, leven wij in vrede met God door Jezus Christus onze Heer." En waarom? Omdat Christus voor ons gestorven is, toen wij nog zondaars waren. 

Wij worden vandaag met de Samaritaanse uitgenodigd om Jezus water aan te reiken, opdat Hij ook vandaag de dag via de Kerk de mogelijkheid vindt ons te rechtvaardigen. Hij doet dat immers in onze tijd door middel van zijn Kerk, aan wie Hij de bediening van de verzoening heeft toevertrouwd. 

Tekst: Bezinning op het Woord, inleidende teksten bij de dagelijkse liturgie
Illustratie: Muurschildering in Dionysiuskerk Schinnen