Social Media

Zondag 7 maart 2021 – 3e Zondag van de Veertigdagentijd

Geplaatst op: 04-03-2021
  • 1e lezing: Ex.20,1‑17 of:1‑3.7‑8.12‑17  
  • 2e lezing: 1 Kor.1,22‑25  
  • Evangelie: Joh.2,13‑25  

 

Grote schoonmaak

Een van de redenen waarom mensen niet meer biechten, hun tempel reinigen, zoals het evangelie ons vandaag zo beeldend aanreikt, is, omdat we vaak niet meer weten wat het belangrijkste is wat God van ons vraagt. Chaos in ons geweten. Dan wordt het een markthal, waar alles door elkaar heen loopt. De tempel van het evangelie is de tempel van Jezus’ lichaam en de opruiming is beeld van de Verlossing aan het kruis. Maar aangezien wij door ons doopsel delen in zijn sterven en verrijzen, is het voor een gedoopte ook beeld van de grote schoonmaak in onszelf. Het past bij deze boetetijd. 

De basis van de tien geboden is: het grote liefdesgebod van Jezus. Bemint God en de naaste als uzelf. De eerste drie gaan over het beminnen van God, de laatste zeven over het beminnen van de naaste. Verder staan de tien in een weloverwogen volgorde. Eerst komt God. Hij moet de enige zijn (1). Dan komt de eerbied die zijn Naam toekomt, waaronder ook de plicht valt tot Hem te bidden (2). Dan komt de heiliging van de zondag, waaronder de nog altijd bestaande plicht valt om op zon- en feestdagen de eucharistie te vieren. De eerste drie zijn dus: God beminnen. Daarna de naaste als uzelf. Over die naasten gaan vier tot en met tien. In volgorde van belangrijkheid. Eerst eerbied voor je bloed, je familie (4), dan voor het leven en de eer van anderen (5), dan voor het lichaam van een ander (6), voor het bezit van de ander (7) en voor de waarheid waar een ander recht op heeft (8). Als laatste twee geboden dat waar uiterlijk niemand last van heeft, alleen jezelf: de onzuivere gedachten over een ander (9) en de jaloezie (10). In die volgorde zijn ze gegeven, en zo moeten wij ook onze tempel schoonmaken, aan de hand van dat lijstje. 

Eerlijk gezegd, heel veel gepraat over de zogenaamde ondraaglijke lasten van de kerkelijke moraal, en de weigerachtigheid om zich te verzoenen, komt ook voort uit onkunde. We praten de media na, die ook niet weten waarover het gaat. Ons geweten is zo vaak nauwelijks gevormd of zelfs misvormd, omdat we niet voelen dat het om Gods liefde en eer gaat. En we doen er soms ook niet genoeg moeite voor. Want het is zo gemakkelijk op te zoeken, zelfs op onze telefoons. Het vraagt echt geen jarenlange studie om de rode draad te vinden. 

Het vierde tot en met het tiende gebod zijn niet te volbrengen zonder de eerste drie. Omgekeerd is overigens ook niet te doen: zeggen God te beminnen en de mensen te minachten. Alleen in die samenhang hebben de geboden zin. Alleen als we de samenhang van de liefdesgeboden concreet in tien geboden kunnen (be)leven, kunnen we een echte reiniging van ons tempeltje beginnen. Dan kunnen we bedenken wat we zouden moeten belijden in het Sacrament van Boete en Verzoening. Als we de spelregels kennen, weten we waarin we tekortschieten, zo eenvoudig is het.

In deze veertigdagentijd willen wij ons bezinnen en bekeren. Dat is ook: leven volgens de geboden, leven volgens de zuivering van onze eigen tempel, en vervolgens dankzij de verdiensten van de Heer Jezus gered worden.

Tekst: Bezinning op het Woord, inleidende teksten bij de dagelijkse liturgie

Illustratie: Wim Johannesma