Social Media

Zondag 27 maart 2022 – 4e zondag van de Veertigdagentijd – Zondag Laetare

Geplaatst op: 24-03-2022

1e lezing:  Joz.5,9a.10-12  
2e lezing 2 Kor.5,17-21 
Evangelie Lc.15,1-3.11-32  
 
 

Rijk zijn met God

De Veertigdagentijd wil ons geestelijk leven vernieuwen. Wat betekent dat? Onze geloofsgemeenschap heeft als vrucht van eeuwenlang Jezus zoeken en volgen onder andere de volgende ‘route’ ontwikkeld om een serieus christelijk leven te leiden. Men onderscheidt daarbij drie etappes: 1 zuivering, 2 verlichting en tot slot 3 de vereniging. Wat betekent dat nu?

Wij hoorden zojuist in het verhaal van de Verloren Zoon dat de jongste zoon, toen hij tot inkeer was gekomen, opnieuw naar huis wilde gaan. En hij ging ervan uit: alles zal anders zijn. Om zijn vader gunstig te stemmen, had hij een plan uitgedacht om zijn spijt te tonen: “Vader, ik heb misdaan tegen de hemel en tegen u; ik ben niet meer waard uw zoon te heten.” Deze houding van spijt wordt door veel heiligen de weg van de zuivering genoemd. Zoals menigeen vroeger voor de Pasen een grote poets hield, zo hebben heel wat generaties christenen geprobeerd zich door boete en spijtbetuigingen te zuiveren. De vasten heeft hier zijn plaats. Maar ook de vastenactie. Want, zeggen de grote kerkvaders van onze Kerk: het geven aan armen bedekt menige zonde.

Waar kwam die spijt bij de jongste vandaan? Het evangelie vertelt ons dat hij tot nadenken kwam. En dat denken, brengt ons bij de tweede stap: de verlichting. De jongste zoon dacht opnieuw terug aan de mooie tijd bij zijn vader. Hebben wij zelf mooie herinneringen aan ons christen-zijn? De jongste zoon kwam dus tot nadenken. Helaas was zijn verlichting nog niet zo zuiver. Hij verlangde vooral naar het comfort van het ouderlijk huis: zijn warm bed en een goed gedekte tafel. Toen hij echter thuis kwam, mocht hij dankzij die vader tot een veel groter inzicht komen: ”Zijn vader zag hem al in de verte aankomen en hij werd door medelijden bewogen; hij snelde op hem toe, viel hem om de hals en kuste hem hartelijk.” 

Hier komen wij dankzij die vader bij de derde fase uit: de vereniging. Het woord vereniging betekent hier niet een voetbalclub, fanfare of harmonie. Nee, het woord vereniging betekent hier: echt contact met God ofwel communio. Ontvangen worden en geaccepteerd zijn, zoals jij bent. Wie wil dat niet? Met name de kloosterlingen hebben zich op deze techniek van zuivering, verlichting en vereniging toegelegd. En waarom? Zij hadden alles afgegeven toen zij in het klooster traden. En zij wisten: wil ik dat leven uithouden, dan moet ik mij met datgene rijk voelen, waarvoor ik naar het klooster gekomen ben: God zelf. En dat is geen kleinigheid. 

Rijk zijn met God, rijk blijven in jouw christelijk geloof; dat is een opgave. Binnen het kloosterleven heeft de Veertigdagentijd dan ook een extra accent gekregen om de smaak voor de dingen van God aan de gang te houden. Wat let ons om zoiets niet ook gewoon in de parochie te doen. Anders gaan wij steeds meer lijken op die oudste zoon, die ondanks dat hij thuis was zich blijkbaar nooit echt rijk had gevoeld in de nabijheid van zijn Vader.