Zondag 7 april - 5e zondag van de 40-dagentijd
1e lezing: Jes.43,16 - 21
2e lezing: Fil.3,8 - 14
Evangelie: Joh.8,1 - 11
Niet oordelen
Jezus had geen officiële functie als leider, zoals de Farizeeën en de wetgeleerden. Maar door zijn woorden en daden had Hij bij de gewone mensen veel goodwill gekweekt en gezag opgebouwd, omdat Hij mensen niet veroordeelde, maar opzocht. Zij voelden dat Jezus eerlijk was en dat in Hem Gods liefde volop aanwezig was. Waar de Joodse wet mensen vaker liet vallen, liet Jezus zien dat de wet niet bedoeld is om mensen aan hun lot over te laten of de dood in te jagen, maar om hen te helpen bij het inrichten van een beter leven.
Mensen indelen in de twee categorieën van goede en slechte mensen vindt bij Hem een nadere nuancering. Het is te gemakkelijk om te zeggen dat de goede mensen zich verzekerd mogen weten van Gods nabijheid en tegelijkertijd dat de zondaars van God gescheiden zijn. Jezus kent geen klasse van goede en slechte mensen. Waar kwaad zichtbaar is, kan het goede verborgen aanwezig zijn. Waar het goede zichtbaar is, kan het kwade verborgen zijn. Bij de aandacht voor de zondaars kwam Jezus vaker voor een dilemma te staan: de wet of de liefde. Dat speelt ook in de ontmoeting met de overspelige vrouw.
Heel bewust brengen de vijanden van Jezus een vrouw bij Hem, die betrapt is op overspel. De Joodse Wet is daar duidelijk in. Deze vrouw verdient de doodstraf en moet gestenigd worden. Aan Jezus vragen zij wat zijn standpunt is ten aanzien van deze vrouw. Om hun woorden kracht bij te zetten beroepen zij zich zelfs op Mozes. Maar Jezus voelt aan dat er gemeenheid in het spel is. Zij willen Jezus mee trekken in het kwaad van deze vrouw. Jezus echter maakt een onderscheid tussen haar als mens en het kwaad dat zij gedaan heeft. Tevens vindt Hij dat deze vrouw een nieuwe kans moet krijgen en daarom bouwt Hij een stilte in, waardoor de omstanders niet weten waar ze aan toe zijn. Wanneer Hij de verantwoordelijkheid legt bij de mensen die deze vrouw willen veroordelen, verdwijnen zij stuk voor stuk. Het woord: “Wie onder u zonder zonde is, werpe de eerste steen”, doet wonderen. Hierdoor dwingt Hij zijn vijanden om ook hun eigen leven onder de loep te nemen. Niemand is vrij van zonde. Deze vrouw stenigen zou een grote mate van arrogantie zijn. Nadat zij vertrokken zijn, maakt Jezus het karwei af. Hij veroordeelt datgene wat deze vrouw gedaan heeft, maar laat haar ook delen in Gods barmhartigheid: ga heen en zondig van nu af aan niet meer.
Dit gebeuren is ook een leerpunt voor onszelf. Soms zijn wij hard in ons oordeel. Van heel wat mensen zeggen wij dat ze niet leven naar Gods bedoelingen. Wij hebben te weinig oog voor hun situatie. Vanuit de regels van het geloof mensen afschrijven is niet de weg die Jezus ons wijst. God wil niet de dood, maar het leven van de mensen. Bij het afleggen van het kwaad gebeurt aan de mens een stuk verrijzenis. Vanuit de duisternis gaat men naar het licht. Vanuit het gevangen zitten in het kwaad gaat men over naar het opgenomen worden in Gods liefde en het ontvangen van zijn barmhartigheid. In de Veertigdagentijd brengt God niet alleen het volk van Israël naar het beloofde land, maar wil Hij door Jezus ieder van ons brengen naar een nieuw bestaan.
Tekst: Bezinning op het Woord, inleidende teksten bij de dagelijkse liturgie
Illustratie: 'Christus en de overspelige vrouw' doorLucas Cranach de jongere (1515-1596); collectie Bonnefantenmuseum, Maastricht.