Zondag 4 februari 2024 – 5e Zondag door het jaar
1 lezing: Job 7,1 4.6-7
2e lezing: 1 Kor.9,16-19.22-23
Evangelie: Mc.1,29-39
Genezen en opstaan
Ziet u ook met verlangen uit naar het voorjaar? De eerste tekenen van wat komen gaat, zijn weer te zien. De bloembollen steken hun kop al uit de grond. Over een dikke maand begint er weer van alles te groeien. In de Kerk groeit ook van alles. Mag de Kerk in onze streken steeds meer lijken op een boom in wintertooi; Jezus leert ons dat echt geloven wil zeggen: dat ik uit kracht van zijn verrijzenis telkens opnieuw kan opstaan uit een winterdood. Christen zijn mag betekenen dat ik het voorjaar laat worden in mijn leven door vol geloof in Jezus’ verrijzeniskrachten te gaan staan.
Paulus is zo enthousiast over Jezus’ verrijzenis dat hij niet kan zwijgen. Wij mogen deze zondag delen in zijn vreugde, dankzij de tweede lezing van deze viering. Hij zegt: “Dat ik het evangelie predik, is voor mij geen reden om te roemen: ik kan niet anders.” En waarom kan hij niet anders? Paulus gaat verder: “Alles ben ik voor allen om er tot elke prijs enkelen te redden. En ik doe ook alles voor het evangelie om er ook zelf deel aan te krijgen.” Paulus wil twee dingen. Hij wil medemensen redden en zelf deel krijgen aan de bevrijdende krachten van het evangelie. Paulus is daar vol van. Jezus’ boodschap heeft hem geraakt. Het is voor hem bijna een tweede natuur geworden.
De voorjaarsgroei is kwetsbaar. Dat geldt echter ook voor de groei van de Kerk. Hoe diep zitten de wortels. Hoe sterk is het fundament. Paulus heeft een geloofsgemeenschap willen opbouwen die sterk staat in voor- en tegenspoed. “Met Christus ben ik gekruisigd. Ik leef niet meer, Christus leeft in mij.” Paulus is als christen geen consument. Het geloof blijft voor hem geen buitenkant. Hij heeft zich met huid en haar aan Christus overgeleverd. En in zijn brieven zegt hij ook waarom. Hij heeft namelijk in Jezus een grote schat gevonden. En wat betekent die schat? Paulus heeft ervaren wat de schoonmoeder van Petrus aan den lijve mocht ondervinden: door Jezus is hij een ander mens worden.
Wist u dat Paulus aanvankelijk de Kerk met geweld vervolgde? Dankzij de verrijzenis van Jezus is hij een andere mens geworden. Zijn prediking had zo’n aantrekkingskracht dat nog tijdens Paulus’ leven Jezus bekend werd door het hele Romeinse Rijk. En daarom wordt vandaag Paulus’ enthousiasme in de Kerk ten gehore gebracht. Wij worden door Paulus en Jezus in het evangelie uitgedaagd om over ons christen-zijn na te denken.
Jezus beweegt zich in het evangelie te midden van mensen die ziek zijn en onder zorgen gebukt gaan. Allereerst voelt Hij met die mensen mee. In Jezus is God werkelijk het leven van ons mensen binnengetreden. Niets menselijks is Hem vreemd, behalve dan de zonde, zo vermeldt het de Bijbel. En dat zegt de Bijbel niet voor niets. Ziet u uw zondig- of gebroken-zijn als iets waaraan gewerkt dient te worden? Is iemand lichamelijk ziek: onmiddellijk bellen wij de dokter.
De schoonmoeder van Petrus ligt ziek te bed. Zij heeft koorts. In onze tijd van de antibiotica lijkt dat peanuts. Alhoewel het coronavirus heeft ons ook op dat punt wakker geschud. Wij mensen hebben nog lang niet alles onder controle. In de tijd van Jezus echter betekende het hebben van koorts altijd een levensbedreigende aangelegenheid. Maar waarom heeft nu juist Marcus zijn evangelie over Jezus geschreven? Jezus geneest de vrouw. Letterlijk staat daar: “Hij pakte haar bij de hand en deed haar opstaan.” In de Griekse oertekst gebruikt Marcus hetzelfde woord dat hij ook voor Jezus’ verrijzenis gebruikt.
De genezing van vandaag is een beeld van de genezing uit menselijke gebrokenheid en zonde. De diepste reden waarom God mens geworden is, wordt zichtbaar in Jezus’ verrijzenis. Zijn opstanding betekent de overwinning op zonde en dood. Gedoopt zijn, mag betekenen dat ik ondanks mijn zwakheden en tekorten door en met Jezus kan opstaan tot een ander leven. Paulus is die uitdaging aangegaan en niet zonder vrucht. Durven wij hem daarin te volgen?
Tekst: Bezinning op het Woord, inleidende teksten bij de dagelijkse liturgie