Social Media

Zondag 29 mei – 7e Zondag van Pasen

Geplaatst op: 25-05-2022

1e lezing: Hand.7,55‑60
2e lezing: Apok.22,12‑14.16‑17.20  
Evangelie: Joh.17,20‑26  

 

Geborgen bij God

“Zij sleepten hem buiten de poort en stenigden hem.” Zo begint de eerste lezing van vandaag. Stefanus is onterecht beschuldigd en voor het Sanhedrin, het Joodse gerecht, gebracht. Hij heeft zichzelf gedurende een lange redevoering verdedigd. De leden van het Sanhedrin kunnen echter niet tegen zijn verdediging op en grijpen naar geweld. Zij stenigen en doden hem. Na deze dood van Stefanus, zo kunnen we lezen, breekt er een vervolging uit tegen de Kerk.

Mensen kunnen om allerlei redenen van van alles en nog wat beschuldigd worden. Oordelen, insinuaties, valselijke beschuldigingen kunnen mensen zo gemakkelijk in een kwaad daglicht zetten. De kardinale deugd van de rechtvaardigheid vraagt om hoor en wederhoor en om een eerlijk onderzoek, zowel binnen als buiten de Kerk. Hoe houd je vol als mensen je frontaal aanvallen omwille van wie je bent? Hoe houd je stand als je wil opkomen voor het goede, voor Christus, en als mensen schreeuwen dat je weg moet zonder dat ze vatbaar zijn voor enig redelijk argument? Wat houdt je op de been als je voor mensen de weg van de Heer wil bereiden, maar zij jou weg willen hebben, uit hun midden, uit de geschiedenis willen uitwissen?

Zowel Jezus als Stefanus zijn ten onder gegaan aan een onrechtvaardig proces en de macht van de hardst schreeuwende; aan onstandvastige en bange rechters en volksvertegenwoordigers die zich lieten intimideren. En dat gaat verder, heel de geschiedenis door, tot op de dag van vandaag. Of het nu een joelende volksmenigte is die onschuldigen lyncht of de vooringenomen houding van mensen die bijvoorbeeld via de media aansturen op karaktermoord, het mechanisme is hetzelfde.

Hoe stand te houden in zo’n situatie? Het evangelie geeft antwoord. Jezus wijst op de avond voorafgaand aan zijn onrechtvaardig en dodelijk proces zijn leerlingen de weg. In die lange rede tijdens het Laatste Avondmaal, die Johannes heeft opgetekend in zijn evangelie (Joh. 13-17), spreekt Jezus uiteindelijk over het doel van al zijn prediken en werken: dat allen die in Hem geloven “in Ons mogen zijn” (Joh. 17, 21).

Ons uiteindelijk doel is het leven in de goddelijke Drievuldigheid of zoals de catechismus het uitdrukt: “God zelf is een eeuwige uitwisseling van liefde: Vader, Zoon en heilige Geest, en Hij heeft ons voorbestemd eraan deel te hebben” (KKK 221). Aan dat verlangen van Jezus dat wij ‘in Ons [God] mogen zijn’ ook zelf toegeven: dat we in God mogen zijn. Als we in de geborgenheid komen van de liefde van God die ons thuis wil zijn, dan hoeven we niets te vrezen. Onze enige bekommernis is dan, met Christus, Stefanus en zo vele andere heiligen: hoe kan ik anderen deelgenoot maken van dat geluk? Dan is het missievuur van Pinksteren ook in ons ontvlamd.

Tekst: Bezinning op het Woord, inleidende teksten bij de dagelijkse liturgie