Augustinus zocht al balans tussen ‘ik’ en ‘wij’
Tekst: Matheu Bemelmans | Illustratie: Lorenzo Monaco (15e eeuw)
Om als maatschappij vreedzaam samen te leven, heb je gedeelde waarden nodig. Die kun je niet opleggen, want dan creëer je een dictatuur. Je kunt ook niet ervan uitgaan dat iedereen ze zelf bedenkt, want dan krijg je chaos. Mensen moeten zelf tot het inzicht komen dat het voor iedereen beter is om bepaalde dingen gezamenlijk te doen. Een sociale samenleving vraagt om een goede balans tussen ‘ik’ en ‘wij’, waarin iedereen zijn eigen verantwoordelijkheid neemt. Met een moeilijk woord wordt dat in de katholieke Kerk het subsidiariteitsbeginsel genoemd. Oud-burgemeester Herman Kaiser van onder meer Roermond promoveerde onlangs op dat thema.
‘In Ordinata Concordia. Het subsidiariteitsbeginsel en de geordende eendracht in de politieke economie.’ Zo luidt de titel van het proefschrift dat – inmiddels – doctor Herman Kaiser op woensdag 3 mei aan de Universiteit van Tilburg voor een volle zaal verdedigde. Het meer dan 400 pagina’s dikke boekwerk, waaraan hij viereneenhalf jaar werkte, gaat over het subsidiariteitsbeginsel in de katholieke sociale leer en de relatie daarvan met de Heilige Augustinus. Dat klinkt heel ingewikkeld, maar is verrassend actueel. Zo blijkt uit vier vragen aan Kaiser.
Wat is het subsidiariteitsbeginsel?
“Een bekende definitie luidt: ‘alles wat je op een lager niveau kunt doen, moet je ook op dat niveau laten doen’. Als je het zo uitlegt, lijkt het een bestuurskundig principe om taken en bevoegdheden te verdelen. Maar het is veel méér dan dat. Het subsidiariteitsbeginsel is een filosofisch fundament dat een ordening in de samenleving wil aanbrengen door mensen eigen verantwoordelijkheid te geven, met als doel de meest kwetsbaren te beschermen. Het woord ‘subsidiariteitbeginsel’ is pas in de 20e eeuw door paus Pius XI (1922-1939) voor het eerst gebruikt, maar het idee erachter vind je al terug in de beroemde encycliek ‘Rerum Novarum’ van paus Leo XIII uit 1891. Dat was de sociale vertaling van naastenliefde als antwoord van de Kerk op het opkomend socialisme. Het leek in die tijd heel erg nieuw, maar in mijn proefschrift toon ik aan dit gedachtegoed al terug te voeren is tot de Heilige Augustinus.”
Waarom is dat begrip subsidiariteit belangrijk?
“Het is een door en door katholiek principe. In het sociale denken van de katholieke Kerk heeft subsidiariteit zich verdiept tot een fundamenteel ordeningsprincipe voor mens en gemeenschap. Een begrip als ‘bonum commune’ – het goede samenleven – komt daar vandaan. Bijna alle pausen van de laatste 125 jaar hebben erover geschreven. De laatste encycliek van paus Franciscus ‘Fratelli tutti’ gaat helemaal over subsidiariteit. Daaraan zie je dat het denken erover zich nog steeds ontwikkelt. De katholieke sociale leer is bedoeld om mensen instrumenten aan te reiken om vanuit hun geloof deel te nemen aan de samenleving, zonder anderen dat geloof op te dringen. Het is een bijdrage aan de algemene humaniteit. Dat is waar paus Franciscus in Fratelli Tutti ook toe oproept: om de sociale leer in praktijk te brengen.”
Orde ontstaat alleen als er het besesf is van iets dat je gezamenlijk deelt: vrijheid, vrede, bescherming van het leven.
Wat heeft dat met Augustinus te maken?
“In de theologie wordt het subsidiariteitsbeginsel normaal gesproken in verband gebracht met de 13e-eeuwse theoloog Thomas van Aquino. In mijn proefschrift beschrijf ik dat je dit denken al eeuwen eerder bij de Heilige Augustinus (354-430) tegenkomt. Hij heeft al nagedacht over het doel van het bestaan en de ordening van de samenleving die daaruit volgt. De Griekse filosoof Plato zei dat de orde in de wereld wordt bepaald door het hoogste goed. Augustinus neemt dat over en noemt dat hoogste goed: Gods liefde. Daarmee is hij de grondlegger geworden van het vrije denken in de westerse wereld. Je vindt dat terug in zijn bekendste boek ‘De stad van God’. Ik ben dat voor mijn proefschrift nog eens goed gaan lezen en het is razend interessant. Augustinus legt op een geniale wijze het verband in een samenleving tussen het geheel en losse onderdelen ervan. Er moet altijd een gedeeld belang zijn voor het geheel en tussen de delen. Dat is een voorwaarde voor een sociale wereld. Dit ‘ordo-denken’ van Augustinus is eigenlijk heel modern en progressief: er moet een dynamiek zijn tussen delen die op elkaar reageren. Als die dynamiek wordt weggenomen – bijvoorbeeld in een dictatuur of een autoritair regime – valt de orde uit elkaar, omdat mensen zich dan afvragen wat het doel ervan is. Augustinus zegt: de volmaakte orde kan op aarde niet bestaan door de zondigheid van de mens, maar ieder mens kan wel zijn verantwoordelijkheid nemen door goede dingen te doen. Elk mens is geroepen tot liefde voor God, liefde voor zichzelf (zelfrespect) en liefde voor zijn naasten. Wie een christelijk leven wil leiden, moet dus zijn verantwoordelijkheid nemen en omzien naar zijn naaste.”
Wat kunnen wij nu met de theorie van Augustinus?
“In zijn tijd viel het Romeinse Rijk uit elkaar. Het was een ingewikkelde samenleving, waarin mensen van elkaar vervreemdden. Dat zie je nu ook gebeuren. Denken vanuit de ideeën van Augustinus kan ons helpen om de crisis van nu te duiden. Het is niet toevallig dat president Joe Biden in zijn toespraken Augustinus citeert. Als je wilt voorkomen dat de wereld een chaos wordt, moet je weten wat het alternatief is. Dat is orde, maar die kun je niet afdwingen. Die ontstaat alleen als er het besef is van iets dat je gezamenlijk deelt: vrijheid, vrede, bescherming van het leven. Als dat er niet is, is er geen basis om de samenleving te ordenen en ontstaat er chaos en erosie van de deugd. Dat leidt tot een spiraal van negativiteit. Als je de ander niet als medemens ziet, met z’n goede en slechte kanten, dan zie je alleen nog zwart. Door het verdwijnen van gemeenschappelijke uitgangspunten en ethische opvattingen, dreigen we onze sociale orde en veiligheid kwijt te raken en lijkt er een tirannie van het ‘ik’ te ontstaan. Subsidiariteit kan helpen om dit te voorkomen en in de complexe wereld van vandaag nieuwe samenhang te creëren. Het totale ‘wij’ legt alle verantwoordelijkheid bij het collectieve. Subsidiariteit zoekt de balans tussen ‘ik’ en ‘wij’. Augustinus wees daar al op en de drie laatste encyclieken Caritas in Veritate, Laudato Si’ en Fratelli tutti sluiten daarop aan.”
Het proefschrift ‘In Ordinata Concordia’ van dr. Herman Kaiser is in de boekhandel verkrijgbaar.