Bisschoppen schrijven Pinksterbrief aan caritas- en diaconiewerkers
‘Caritas en diaconie maken het verschil in het leven van mensen. Waar het leven wordt bedreigd, waar mensen zorg nodig hebben, geven caritas en diaconie kracht.’ Dat schrijven de Nederlandse bisschoppen in een brief die ze bij gelegenheid van Pinksteren hebben gepubliceerd. Met hun Pinksterbrief willen de bisschoppen iedereen die zich hiervoor inzet een hart onder de riem steken bij dit belangrijke werk ‘in het hart van de Kerk’.
‘De samenleving staat onder druk. Door de ecologische en de sociale crisis raken mensen van elkaar verwijderd. Het Armoederapport van de Kerken in 2023 laat zien dat een miljoen Nederlanders in armoede leeft’, zo signaleren de bisschoppen. ‘De groeiende armoede, maar ook de komst van vluchtelingen en migranten roepen ons op om in actie te komen. Christus geeft ons het voorbeeld door oog te hebben voor mensen, juist voor hen die aan de rand van de samenleving staan.’
De bisschoppen spreken in deze brief hun grote waardering uit voor het vele werk dat wordt gedaan: ‘Velen zetten zich vanuit parochies dagelijks in voor caritas en diaconie, georganiseerd in Parochiële Caritas Instellingen en in werkgroepen of ongeorganiseerd, vaak onzichtbaar. Ze ondersteunen zieken, ouderen en hen die met verlies te maken hebben. Kwetsbare mensen ontvangen hulp op materieel vlak. Ook ondersteunen parochies projecten in andere landen. Het Armoederapport 2023 toont aan dat de caritatieve en diaconale kracht vanuit de Kerk groot is.’
Kinderen van één Vader
In de Pinksterbrief wordt niet alleen verwezen naar het Armoederapport, maar ook naar de encycliek Fratelli tutti, waarin paus Franciscus benadrukt dat we allen broeders en zusters zijn, kinderen van één Vader en dat we daarom allemaal gelijk zijn in waardigheid. ‘Anderen mogen rekenen op ons. Mensen met hun noden en zorgen zijn niet alleen doelgroep van onze zorg. Ze zijn gelijkwaardige partners’, zo beamen de bisschoppen de visie van paus Franciscus.
Daarnaast spreken de bisschoppen de hoop uit dat het belangrijke werk voor caritas en diaconie in ‘het hart van onze Kerk’ voortgang blijft vinden. ‘Kunnen we de samenleving het gezicht van Christus laten zien door onze broeders en zusters die onze zorg vragen te ontmoeten van hart tot hart en tijd voor elkaar te nemen? Kunnen we Christus ontmoeten in de eenzame, in de rouwende, in de vluchteling en de migrant, in de dakloze en de verstotene?’, zo vragen zij de lezers die zij tot slot veel zegen toewensen en de inspiratie van de Heilige Geest voor hun werk.