Social Media

Blijheid om de bevrijding

Geplaatst op: 30-04-2020

In de Paasnacht, waarin we vieren dat Jezus door de dood naar het leven overging, wordt ieder jaar ook het verhaal van de doortocht door de Rode Zee gelezen: God bevrijdt zijn volk uit de hand van het onderdrukkend Egyptische regime. Het Joodse volk krijgt de vrijheid, zoals ook wij 75 jaar geleden de vrijheid kregen. Juist deze dagen zouden we dat stemmig herdenken en groots vieren.

Met grote blijdschap ging het joodse volk die vrijheid tegemoet. Maar de tijd na de bevrijding van het volk liep anders dan verwacht. Er was geen sprake van stante pede binnengaan in het aards paradijs. De herwonnen vrijheid was geen binnengaan in luilekkerland: er volgde een tocht van veertig jaar door de woestijn. En de overwinningsroes van het joodse volk bleef dan ook niet.

Het was ons plan om driekwart eeuw vrijheid uitbundig te gaan vieren. Zeker hier in het zuiden is dat afgelopen maanden van plaats tot plaats, van Mesch tot Mook,  al passend herdacht en gevierd, maar de viering van het nationale moment van bevrijding, op 4 en 5 mei, die groots gepland was, zal heel sober worden. Anders dan we verwachtten.

In het jaar waarin we vieren dat we 75 jaar leven in vrijheid, merkten we ineens dat die vrijheid opnieuw onder druk komt te staan. Deze keer is het geen legermacht van buitenaf die onze vrijheid beperkt, maar een besmettelijk virus dat op bedreigende wijze in ons innerlijk huishoudt.

Wij hebben de veertigdagentijd, de woestijntijd die ook Jezus beleefde,  achter ons en hebben moeten merken dat – totaal onverwacht – ook wij in een in wereld terecht zijn gekomen die trekken vertoont van de woestijn. Joden worden op hun tocht bedreigd door honger en dorst; in hun eerste levensbehoeften. Wij worden bedreigd in onze lichamelijke gezondheid, Zeker voor mensen die alleen thuis zitten, zijn de lege woestijndagen tastbaar. Zoals het Joodse volk geen idee had hoelang hun tocht nog zou duren, weten ook wij niet hoelang de tijd nog duurt voor we elkaar weer op een normale manier kunnen ontmoeten.

Uiteraard is te hopen dat deze situatie gauw voorbijgaat, maar als het maar lang genoeg duurt, zullen alle zwakheden van het joodse volk die bij hun tocht door de woestijn naar boven kwamen, ook in onze wereld  te zien zijn. Allerlei menselijke karaktertrekken blijven in alle tijden hetzelfde. Een voorbeeld van wat we al zagen: op enig moment is het joodse volk bang niet genoeg te hebben en gaat het manna hamsteren. Ook wij waren bang niet genoeg voor onszelf te hebben en gingen hamsteren.

We zijn zoals het joodse volk onderweg, zonder exact te weten wat de toekomst brengt voor ieder van ons afzonderlijk en ook weten we niet wat de maatregelen voor ons gezamenlijk welzijn nog zullen gaan betekenen. Het volk dat uit Egypte wordt bevrijd, heeft nog een lange tocht voor de boeg en ook wij zijn er nog niet.

We leven in woestijndagen, maar houden het beloofde land voor ogen. De Goede Week was de lijdensweek, de week die naar de dood voerde. De dood, waar we doorheen gaan. En we staken een palmtak achter het kruis: teken dat ook wij – net als Jezus – door verdriet en ontbering heen en uiteindelijk door de dood heen, het eeuwig leven tegemoet gaan.

Pasen laat ons ook zien hoe door de dood heen God ons nabij blijft. Hij komt zijn woord na. De woestijn is niet het laatste, maar uiteindelijk is er het beloofde land. Het graf van Christus is niet het laatste, want dat is uiteindelijk leeg. Het laatste is de Verrijzenis, is eeuwig leven. We leven nu al in zijn vrijheid en zijn op weg naar de bevrijding die eeuwig duurt. Als christenen mogen we bovenal blijdschap putten uit het geloof in die bevrijding.

+ Harrie Smeets,
bisschop van Roermond