De vitale parochie zijn we samen
Tekst: Matheu Bemelmans
De kerk in Limburg is zichzelf opnieuw aan het uitvinden: uit een grote institutionele volkskerk ontstaan kleinere vitale geloofsgemeenschappen. Nieuw is dat niet, want zo zijn we tweeduizend jaar geleden ook begonnen.
De kerk heeft heel wat woorden geleend uit het Grieks en het Latijn. Veel van die woorden zijn zo vernederlandst dat we ze helemaal niet meer als een buitenlande term herkennen en daardoor ook de oorspronkelijke betekenis ervan niet meer weten. Zo komt het woord kerk van het Griekse ‘kyriakè’ dat ‘van de Heer’ betekent. De kerk is het huis van de Heer. Een ander woord voor kerk dat in de originele Griekse tekst van het Nieuwe Testament wordt gebruikt is ‘ekklèsia’, vaak ook gespeld als ‘ecclesia’, dat in het oude Griekenland de betekenis had van ‘volksvergadering’ of ‘gemeenschap’. Vertaald naar hedendaags Nederlands is de kerk niet alleen het huis van de Heer, maar zijn het ook de mensen die in God geloven.
Het woord kerk heeft nog altijd die dubbele betekenis van gebouw en gemeenschap van mensen. En misschien is die tweede betekenis nog wel belangrijker dan de eerste. Want het zijn de mensen, de gelovigen, die samen de parochie vormen. Nog zo’n mooi woord, waarvan we de Griekse oorsprong nauwelijks meer herkennen: paroikia. Letterlijk betekent dat zoiets als: naast het huis. We mogen dat vertalen met de mensen in onze directe omgeving, onze buren.
Parochies zijn in de vroege Kerk ontstaan vanuit het huis waar een gelovige woonde die de mensen uit de buurt bij hem thuis uitnodigde om samen te bidden. De eerste christengemeenschappen bestonden uit kleine groepen gelovigen die elkaar kenden, bij elkaar thuiskwamen, elkaar over Jezus vertelden, over Hem lazen in het evangelie (Grieks voor Blijde Boodschap), samen de maaltijd gebruikten en elkaar hielpen waar dat nodig was. Goed beschouwd, is dat nog steeds de kern van elke parochie, van elke geloofsgemeenschap: samen komen, samen uit de Bijbel lezen, samen eucharistie vieren en elkaar helpen waar dat nodig is. Want een goede buur is beter dan een verre vriend, zegt het spreekwoord.
Parochies zijn dus ooit heel klein begonnen, gewoon doordat mensen spontaan bij elkaar kwamen en samen hun geloof beleden. Pas toen die geloofsgemeenschap veel groter werd en het ook niet meer verboden was om christen te zijn, zijn er structuren ontstaan om alles in goede banen te leiden. Toen was de kerk niet meer een huiskerk, maar een apart gebouw waar je naartoe ging. Daar trof je niet alleen je naaste buren, maar mensen uit het hele dorp of de hele stad. En als die groep te groot werd, werd ze opgesplitst en kwam er een nieuwe parochie bij.
Fijnmazig netwerk
Zo is er een heel fijnmazig netwerk ontstaan van lokale geloofsgemeenschappen. In het bisdom Roermond waren er ooit 362 zelfstandige parochies. Met allemaal een eigen kerkgebouw, een eigen pastoor, een of meer kapelaans en een eigen kerkbestuur. En in de hoogtijdagen van het Rijke Roomsche Leven zelfs een kerkbezoek van meer dan 95 procent. Een scoringspercentage dat zijn weerga in de geschiedenis niet kent. Het zijn de herinneringen aan deze massale parochievieringen die in ons collectieve geheugen zijn blijven hangen. De tijd van lang daarvóór: van de huiskerken en de kleine geloofsgemeenschappen zijn we meestal vergeten.
Dat is jammer, want juist in onze tijd kunnen we daaruit inspiratie halen voor de Kerk van de toekomst. In Limburg wordt al heel lang gewerkt aan een proces van samenwerking van parochies. Dat gaat niet overal vanzelf, want het is moeilijk om het vertrouwde los te laten. Maar wie vooruit wil, kan niet anders dan het verleden achter zich laten. Daarom heeft bisschop Harrie Smeets ruim anderhalf jaar geleden een ‘Beleidsbrief’ gepubliceerd, waarin hij van alle parochies vroeg om vóór 1 januari van dit jaar een parochiefederatie te vormen. Dat is een samenwerkingsverband van meerdere parochies met één kerkbestuur, één pastoraal team en één financiële exploitatie. In november en december vorig jaar hebben er op drie plaatsen in het bisdom inspiratiebijeenkomsten voor kerkbesturen plaatsgevonden en is er uitgebreid hierover gesproken. Van de ruim vijftig beoogde federaties in Limburg was aan het begin van dit jaar iets meer dan de helft operationeel. Een aantal andere parochies heeft de deadline net niet gehaald, maar is goed op weg om in de loop van dit jaar tot een federatie te komen. De vorig jaar nieuw aangetreden vicaris-generaal Harry Quaedvlieg is elke dag op pad om parochies daarbij te helpen.
Als dit traject afgerond is, is het bisdom Roermond van 362 parochies teruggebracht tot zo’n 50 parochiefederaties of zelfs fusieparochies. Maar dat is de organisatorische kant van de zaak. Daarnaast is er een proces van vitalisering gaande, dat nog veel belangrijker is dan die herindeling van parochies. Want het gaat uiteindelijk niet om bestuurlijke structuren, het gaat zelfs niet op de eerste plaats om kerkgebouwen, maar om die gemeenschap van gelovige mensen: die buren die samen de Blijde Boodschap willen horen en als het goed is ook in hun omgeving uitdragen. De buren zijn in onze tijd niet alleen de mensen die letterlijk naast ons wonen, maar ook de bredere kring van gelovigen uit de hele regio. Want, echt waar: ‘die uit dat andere dorp’ zijn ook maar gewone mensen. Net als in die vroege kerk uit de eerste eeuwen, is het onze opdracht om samen te komen om ons geloof te vieren en elkaar te helpen waar dat nodig is.
Iedereen die zich aangesproken voelt door de blijde boodschap van het evangelie
heeft een eigen verantwoordelijkheid om die in praktijk te brengen en door te geven.
Soms hoor je in parochies mensen wel eens mopperen: “De kerk moet dit, de kerk moet dat. En als het bisdom nu maar eens zus of zo deed….” Dat kan soms best waar zijn, maar ‘dé kerk’ dat zijn de parochianen zelf. Hoe vitaal een parochie is, hoeveel activiteiten er zijn, hoeveel leven er in een geloofsgemeenschap zit, dat bepalen parochianen zelf. Een vitale parochie dat zijn we allemaal samen: de bisschoppen, de priesters, diakens, pastoraal werkers, de religieuzen, kerkbestuursleden, vrijwilligers, klussers en alle andere lekengelovigen. Iedereen die zich aangesproken voelt door de blijde boodschap van het evangelie heeft een eigen verantwoordelijkheid om die boodschap van Jezus in praktijk te brengen en als het even kan ook door te geven aan een ander.
Dat is ook precies wat paus Franciscus bedoelt als hij het heeft over synodaliteit. Weer zo’n Grieks woord, dat in gewoon Nederlands ‘samen op weg’ betekent. De parochies in Limburg zijn samen op weg naar een nieuwe toekomst, die anders zal zijn dan pakweg zestig of zeventig jaar geleden, want dat was een uitzonderlijke situatie in de geschiedenis, maar daarom niet minder waardevol. Er zijn tal van initiatieven in het bisdom Roermond die dat ook bewijzen. In diverse parochies zijn alpha-cursussen. Dat zijn kleine groepen van mensen die bij elkaar komen, samen eten en over hun geloof praten. Precies zoals de eerste christenen dat ook deden. Er zijn regio’s waar heel nieuwe catechesegroepen zijn ontstaan, waarmee ook jonge mensen worden bereikt. Afgelopen jaren hebben tientallen gebedsgroepen van biddende vaders en biddende moeders het licht gezien. Er zijn nieuwe caritasprojecten ontstaan, paus Franciscusgroepen en LifeTeenprojecten voor jongeren. En als de coronatijd iets positiefs heeft opgeleverd, is het dat de kerk met nieuwe technieken, zoals online vieringen, ook mensen heeft leren bereiken die normaal gesproken misschien niet zo snel aan een viering zouden deelnemen.
Een kleine opsomming van wat willekeurige projecten die her en der in het bisdom Roermond zijn ontstaan. Niet massaal, maar uit volle overtuiging en vaak met gewone parochianen als drijvende kracht erachter. Wie hen vraagt waarom ze dat doen, krijgt meestal een heel eenvoudig antwoord: “Nou ja, gewoon omdat ik vind dat ik dit moet doen.” Helemaal geen hoogdravende of zweverige verklaringen, maar reacties van mensen die zich met hart en ziel willen inzetten voor wat ze aanvoelen dat het goede is. Ze beantwoorden daarmee ook aan de drie woorden die paus Franciscus heeft meegegeven aan het synodale proces dat op dit moment in de wereldkerk aan de gang is: gemeenschap, participatie en missie. Het zijn precies die dingen die de eerste christenen in de huiskerken al deden: samenkomen, meedoen en het thuis verder uitdragen. Zo bouw je aan vitale parochiegemeenschappen. Er is geen pastoor die dat in z’n eentje kan. Daarvoor is de hulp en inzet van enthousiaste parochianen, van heel gewone mensen, onontbeerlijk. Want een vitale parochie zijn we samen!
Op weg naar missionaire parochies
In de verschillende Nederlandse bisdommen wordt momenteel gewerkt aan initiatieven voor parochievernieuwing. Heel populair is het boek ‘Als God renoveert’ van de Canadese priester James Mallon. Hij beschrijft hierin een methode – zelf spreekt hij over ‘een weg’ – om tot vitalere parochies te komen. Een andere methode die de aandacht trekt, wordt beschreven in het boek ‘Rebuilt’ van de Amerikaanse priester Michael White en zijn pastoraal medewerker Tom Corcoran. Zij vertellen in dit boek met veel humor hoe ze de omslag proberen te maken van een ‘servicekerk’ naar vitale parochie, waarbij niet alleen de eigen parochianen ‘wakker geschud’ worden, maar ook mensen buiten de kerk willen bereiken. Beide boeken zijn in het Nederlands verschenen. Daarnaast bestaan er ook nog tal van andere goede projecten en methodes. Ga voor meer informatie over parochievernieuwing naar
Centrum voor Parochiespiritualiteit
(c) Foto's: Parochie Ubach over Worms en Adobe Stock