Bisschop in Diesrede: ‘Kerk opnieuw zichtbaar maken’
“De kerk is geworteld in Limburg. Het is onze taak om er voor te zorgen dat ze weer opnieuw zichtbaar wordt. Op de eerste plaats door gewoon ons werk te doen.” Dat zei bisschop Harrie Smeets deze week in zijn feestrede bij gelegenheid van de Dies Natalis van het Grootseminarie Rolduc. “Ik snap de vragen over gebouwen en financiën, maar die zijn niet het belangrijkste. Het gaat er op de eerste plaats om dat we mensen helpen om God opnieuw te leren kennen.”
De Dies Natalis is zeg maar de verjaardag van de priesteropleiding. Voor de viering daarvan worden elk jaar alle priesters van het bisdom en andere gasten uitgenodigd. Na een pontificale eucharistieviering in de abdijkerk van Rolduc hield bisschop Smeets dit jaar de feestrede. Daarin keek hij terug op zijn eerste jaar als bisschop, waarin hij flinke interne bezuinigingen moest aankondigen, maar ook een kennismakingstocht langs alle dertien dekenaten in Limburg maakte.
In een analyse van wat hij tijdens zijn bezoeken is tegengekomen, concludeerde de bisschop dat de kerk in Limburg nog steeds midden in de samenleving staat. Weliswaar anders dan 50 jaar geleden, maar zo zei hij: “We zijn echt niet op sterven na dood.” Wel is hem opgevallen dat de religieuze beleving van mensen afgenomen is en dat daar nauwelijks iets anders voor in de plaats is gekomen. “Er is een vage behoefte aan spiritualiteit, waarin God geen naam meer mag hebben.” Tegelijkertijd constateert de bisschop dat mensen onderzoekend zijn. “Als kerk moeten wij er zijn om mensen te helpen Christus opnieuw te leren kennen:”
Om die reden, zo vindt de bisschop, moet de kerk mensen opzoeken en zich laten zien. Daarom hoort er volgens hem ook in elke gemeenschap een kerkruimte te zijn. “Desnoods in een garagebox,” zo herhaalde Mgr. Smeets de woorden die paus Franciscus eerder gebruikte. Tijdens zijn bezoeken aan de dekenaten werd hij regelmatig geconfronteerd met vragen van kerkbesturen over financiën en gebouwen. “Ik begrijp die zorgen, maar uiteindelijk zijn dat niet de belangrijkste vragen.” Om mensen opnieuw in contact te brengen met God, is volgens Mgr. Smeets vooral eenvoudige geloofsbeleving nodig. Hij wees daarbij op diverse nieuwe initiatieven die hij tijdens zijn rondtocht heeft gezien. “Hoe eenvoudiger hoe effectiever vaak.”
Catechese is daarbij volgende bisschop heel belangrijk. Door het wegvallen van andere taken ziet de bisschop nieuwe mogelijkheden voor parochies om zich hiervoor in te zetten, eventueel op boven-parochieel niveau. Daarbij gaat het volgens hem om meer dan alleen kennisoverdracht. “Catechese is meer dan mensen de weg wijzen naar het huis van God, het is ook het huis binnenleiden.” Volgens de bisschop is er op dit vlak best al wat opkomend groen in parochies te zien. “Je moet soms op je knieën gaan, maar het is er wel.”
Een andere opmerkelijke ervaring van zijn bezoeken aan dekenaten zijn volgens Mgr. Smeets de verrassende eenlingen die hij heeft ontmoet. “Het zijn vaak jonge mensen, die zich niets van opmerkingen van anderen aantrekken en gewoon voor hun geloof gaan. De groeikracht van Gods woord is onvermoeibaar aanwezig. God is aan het werk.”
Als laatste onderdeel van zijn analyse benoemde de bisschop een nieuwe aandacht in parochies voor diaconie. “In de samenleving is verbinding tegenwoordig het toverwoord. Maar dat heeft ook met geloof te maken. Als mensen God los laten, laten ze ook elkaar los. Wanneer je God niet meer als Vader ziet, waarom zou je je naasten dan nog als broer of zus zien?” Volgens de bisschop is het niet voor niets dat in de terreinen die vroeger vanuit de kerk zijn opgepakt – zorg en onderwijs – nu de eerste gaten in het sociale netwerk vallen. Hij ziet ook daar nieuwe kansen voor de kerk. Als voorbeelden noemde hij de parochie in Bergen die een eigen taxidienst voor ouderen heeft opgezet en de afspraken die er in Heerlen tussen de gemeente en de kerkelijke instellingen zijn gemaakt om zwakkeren de hand te reiken.
Mgr. Smeets eindigde zijn betoog met een verwijzing naar Jozef van Arimatea, die nadat Christus aan het kruis gestorven was ervoor zorgde dat hij begraven werd. “Hij deed dat, omdat je respectvol met de doden hoort om te gaan. Maar hij had er geen idee van dat Christus na drie dagen uit datzelfde graf zou verrijzen. Wij moeten de moderne Jozefs van Arimatea zijn en gewoon ons werk goed blijven doen, want na Goede Vrijdag komt Pasen.”