Er gaat veel goed in parochies
Zonnetje
We ontmoeten van tijd tot tijd mensen met een vrolijk karakter. We noemen ze ‘het zonnetje in huis’. Ze beginnen de dag met een vrolijke lach en ze laten zich niet bepalen door stemmingen. Bij tegenslag zitten ze niet onmiddellijk bij de pakken neer, maar zien altijd weer kansen om gerezen problemen op te lossen. Ze verstaan zelfs de kunst om van problemen te leren en er mee hun voordeel te doen. Een probleem wordt als een uitdaging beschouwd. Zulke mensen zijn goud waard en je kunt veel van hen leren.
Humeurig
Daarnaast komen we ook mensen tegen die wel het tegendeel lijken van de hierboven omschreven zonnetjes. Niet alleen lijden ze vaak aan een ochtendhumeur en zijn ze pas na een aantal koppen koffie en een stevig ontbijt enigszins benaderbaar, maar ook hebben ze vaak een aanleg tot doemdenken. Het is alsof de zon voor hen nooit mag schijnen. Bij elke zonnestraal wijzen ze ons erop dat ze uit ervaring weten dat dit soort weertype onvermijdelijk leidt tot onweer, storm en hagel. Mocht deze voorspelling niet uitkomen, dan is het toch té warm en té droog. Ze blijven mopperen en dopen hun pen verder in de azijn. Doet er zich een probleem voor en liggen de oplossingen voor de hand, dan worden bij elke oplossing twee nieuwe problemen bedacht.
Soms kunnen deze mensen nergens meer vrolijk over zijn. Hun humor heeft meestal iets van galgenhumor. De verzuringsgraad van deze mensen is hoog maar daarmee bouwen ze niets op. Deze humeurigheid kan soms per onderwerp verschillen. Bovendien heeft iedereen wel eens last van stemmingen en heeft iemand gewoon zijn dag niet. Soms betreft de humeurigheid alleen de baan en is men een enthousiast verenigingslid.
Kritisch
Een kritische opstelling kan soms zeker verhelderend werken, maar ze moet toch steeds opbouwend zijn. Voortdurend mopperende ouders dragen niet bij aan de sfeer in het gezin. Rebelse pubers schudden het gezinsleven wel eens even op, maar ze kunnen niet eeuwig blijven puberen. Na deze fase in het leven van jonge mensen komt na enige tijd ook weer evenwicht. De tijd van opstandigheid is voorbij en ook deze jonge mensen willen dan een positieve bijdrage leveren aan het gezinsleven. Zijn ze op kamers in de universiteitsstad, dan zeggen ze: “Er is toch zoveel goeds in ons gezin.” En ze komen graag weer naar huis. Van Limburgers is bekend dat zij de thuisbasis altijd weer terug weten te vinden. Op deze wijze kijken ze vooruit en bouwen ze aan hun toekomst. Ze zien kansen. Uitdagingen. Ze laten zich inspireren. Ze bouwen voort op zoveel goeds dat ze van huis uit hebben meegekregen en dat om hen heen gebeurt.
Onvolmaakt
In de parochie is het niet anders. We laten ons soms verleiden om ons over de parochie en de kerk enkel in negatieve bewoordingen te uiten, maar dan is mijn reactie steevast: “Er is geen betere kerk dan onze kerk. En waar is niets?” We vergeten dan dat de parochie en de grote kerk ook uit mensen bestaat en dat daar dus ook alles voorkomt, wat onder mensen in de grote samenleving en de grote wereld ook voorkomt. Laten we maar eens in een willekeurige straat achter de voordeuren kijken. Of beter niet. Toch wonen achter deze voordeuren mensen met hun eigen leven van vallen en opstaan, van mislukken en opnieuw beginnen, van vreugde en leed. We helpen deze mensen het meest als we hun goede kanten waarderen en over hen met liefde en respect spreken. Bovendien mogen we niet vergeten: in zoveel gezinnen gaat het wel goed.
Zoveel goeds
Zo kan er natuurlijk altijd gewezen worden op fouten binnen die menselijke kerk, maar die menselijke kerk doet ook heel veel goed en heeft al eeuwenlang heel veel goed gedaan. Onderwijs en gezondheidszorg zijn al door de kerk van de grond getild, toen de politiek dit nauwelijks de moeite waard vond. Bovendien: wie iets doet, kan ook fouten maken. Wie niets doet, doet niets fout. Maar hij of zij heeft eigenlijk ook geen recht om vanaf de tribune maar steeds anderen op zijn of haar fouten te wijzen.
Zo gebeurt er ook veel goeds in de parochies. Het goede kan publiekelijk gebeuren of in stilte, want onze cultuur heeft christelijke wortels. Mensen worden vanuit hun geloof geïnspireerd tot inzet voor de naaste, tot omzien naar elkaar, tot hand- en spandiensten voor de gemeenschap. Bewust en vaak ook onbewust ontlenen ze deze inzet aan hun geloof. Onze kerk viert, leert en dient. Ze wil opbouwen aan een gemeenschap waarin mensen tot hun recht komen. Waarom niet wat zelfbewuster over de parochie gesproken, WANT ER GAAT VEEL GOED IN DE PAROCHIE !!!
Mgr. dr. Hub Schnackers,
diocesan administrator