Zomercolumn 2022: Gevonden worden
‘Heilige Antonius beste vrind, zorg dat ik mijn ... vind’. Wie van ons heeft dat niet eens verzucht als hij weer eens dit of dat kwijt was? Antonius van Padua geldt als een van de populairste volksheiligen van onze Kerk. Zijn vermogen om verloren of verloren gewaande spullen terug te bezorgen, zal daar zeker aan hebben bijgedragen.
Het is niet voor niets dat je vroeger in heel wat huishoudens een afbeelding van hem tegenkwam. ‘Antonius van Padua stond naast de abrikozenvla,’ zong Toon Hermans al toen hij het over de woonkamer van zijn bonmama had. En dat Antonius ook vandaag de dag nog mensen aanspreekt, mag wel blijken uit het feit dat de populaire Limburgse dialectgroep Rowwen Hèze zelfs een heel liedje aan hem heeft gewijd: ‘D'n Heilige Anthonius deen mos 't wiete.’ Daarin komen we de prachtige zin tegen ‘Soms is 't beater iets moeis te verleeze. Beater verleeze dan det ge 't noeit het gehad’. Een wijs man, die Antonius.
Hem aanroepen, werkt. Daar zijn talloze voorbeelden van. Ik herinner me de koster uit een van mijn eerste parochies. Hij was lid van de plaatselijke carnavalsvereniging en had de microfoon van de kerk geleend voor een carnavalszitting. Toen hij deze weer terugbracht naar de kerk, ontbrak er een stekkertje. De goede man was doorgaans zeer precies van aard. In de sacrtistie had alles z’n vaste plek. Hij was dan ook doodongelukkig dat uitgerekend hem dit moest overkomen. Hij zocht stad en land af naar de stekker. Maar niets te vinden. In arren moede duwde hij een brief van toen nog tien gulden in de offerblok bij Antonius met het bekende verzoek ‘Antonius beste vrind....’. Om zijn gebed kracht bij te zetten, liet hij er nog een dreigement op volgen. Hij keek het Antoniusbeeld indringend aan en zei met opgeheven vinger: “Denk eraan, als ik het niet vind kom ik m’n tientje terughalen, want ik heb de sleutel van de offerblok.” Thuisgekomen viel zijn oog direct op het stekkertje dat tussen de kiezelstenen in de oprit lag. Of ’t nu aan z’n gebed lag of aan het dreigement weet ik niet, maar Antonius had z’n werk uitstekend gedaan.
Ook uit eigen ervaring weet ik dat deze volksheilige een goede voorspreker is. Zo’n anderhalf jaar geleden verloor ik een sleutelbos. Overal gezocht. Zelfs contact met de politie gehad, maar nergens iets te vinden. Ook Antonius leek deze keer het spoor bijster. Totdat ik een paar weken geleden in de kelder van het bisschopshuis iemand iets moest wijzen. Het was een heel gedoe om er te komen, maar het lukte. Als ik maar langzaam doe, kan ik weer een trap op en af. Eenmaal beneden zag ik in een schap mijn sleutelbos liggen. Soms kan het even duren en moet je er heel wat voor over hebben, maar iets wat de moeite waard is, wordt altijd gevonden.
Er is nog een andere reden waarom ik de heilige Antonius in ere houd. Op 13 juni hebben we zijn feestdag gevierd. Dat is ook de datum van mijn priesterwijding, dit jaar precies 30 jaar geleden. Ik weet nog dat ik destijds redelijk verwonderd was dat ik het zover had gebracht. Priester worden, was namelijk niet het eerste dat in mijn jonge jaren in mij opkwam als iemand vroeg wat ik wilde worden. Ik had het vaste voornemen om leraar Nederlands te worden. Totdat op zeker moment tot mij doordrong dat mijn roeping elders lag. Ook al had ik mij in allerlei uithoeken van het studentenleven verstopt, God wist mij te vinden. En ik heb er nog geen dag spijt van gehad. Ik ben blij dat ik door Hem gevonden ben.
Tegenwoordig hoor je vaak dat mensen ‘zoekende’ zijn. De vanzelfsprekendheid waarmee ze het geloof bij wijze van spreken met de paplepel binnenkregen, is er niet meer. En dus gaan mensen op zoek: eerst naar zichzelf, dan naar de zin het leven en soms ook naar God. Hoe fanatieker ze zoeken, hoe minder ze Hem vinden. Heel wat Godzoekers hebben dat al ervaren. Omdat ze op de verkeerde plekken zoeken. Het is net als met die verloren gewaande zaken. Antonius verplaatst die echt niet. Hij geeft hooguit een hint om op de juiste plek te zoeken.
Wie God wil vinden moet daarom helemaal niet op zoek gaan, maar zich openstellen om gevonden te worden. Want het is God die naar ons zoekt. Hoezeer we ons soms ook verloren voelen of ons voor Hem verstoppen, Hij weet ons altijd te vinden: in de kelder, op het kiezelpad of naast de abrikozenvla. Ieder mens is de moeite waard. We mogen ons daarom allemaal door God gevonden en bij Hem geborgen weten.
+ Harrie Smeets,
bisschop van Roermond