Najaarscolumn 2022: Gods Voorzienigheid
Voorzienigheid is een ouderwets woord. Wie gebruikt het nog? We kunnen tegenwoordig alles zelf regelen en bepalen. Daar hebben we geen hulp van hogerhand bij nodig. Althans, dat denken we. Toch heb ik in mijn leven meer dan eens ervaren dat God al in mijn toekomst had voorzien, voordat ik het zelf in de gaten had.
Al heel jong kwam ik in aanraking met de Goddelijke Voorzienigheid. Om precies te zijn: op de kleuterschool. Niet dat ik toen al zo intensief met theologie bezig was, maar de zusters die de kleuterschool in Born runden behoorden tot de congregatie van de Goddelijke Voorzienigheid. Dat wil zeggen: de Franse tak. Er bestaat ook een Duitse congregatie met die naam. Om ieder misverstand te voorkomen werden ze in Sittard en wijde omgeving ‘de Franse zusters’ genoemd.
Het zijn actieve zusters. Letterlijk en figuurlijk. Hun congregatie werd in 1822 gesticht door pastoor Guy Homery van Crehen, een dorp in de Franse streek Bretagne. Hij zag om zich heen grote armoede en ellende en vroeg de zusters om die te helpen lenigen. Hoe hij precies zo’n congregatie op moest zetten, wist de pastoor niet. Maar het verhaal wil dat hij op een goede dag in zijn kerk een stem hoorde die zei: "Begin, mijn kind, de Voorzienigheid zal je te hulp komen." De congregatie was geboren en een naam voor de zusters gevonden.
Rond 1900 kwamen de ‘Soeurs de la Divine Providence’ naar Limburg. Hun eerste klooster stond in Herten. Later waren ze op meer plaatsen actief. De grootste klus die de zusters onder handen namen, was ongetwijfeld de stichting van het ziekenhuis in Sittard. In een tijd waarin de overheid zich hier nog niet mee bezighield, bekommerden zij zich geheel belangeloos om mensen die zorg nodig hadden. Toen de zusters in Nederland aankwamen, hadden ze niks. Maar ze begonnen gewoon, erop vertrouwend dat God hen niet in de steek zou laten. Hun vertrouwen werd niet beschaamd. Het ziekenhuis kwam er en bestaat – weliswaar na enkele fusies en naamswijzigingen – nog steeds. Ook de zusters zijn er nog. Op dit moment wonen er in Sittard en omgeving een stuk of twaalf, van wie de oudste ruim 100 jaar is.
Afgelopen zomer mocht ik in Crehen het 200-jarig jubileum van de ‘Franse zusters’ bijwonen. Drie dagen lang heb ik in het moederhuis van hun gastvrijheid genoten. Het was een mooi feest. Wie denkt dat het na 200 jaar wel klaar is met de congregatie heeft het mis. In Nederland mogen de zusters dan op leeftijd zijn, in Ghana wordt hun werk door enthousiaste jonge zusters voortgezet. De Voorzienigheid gaat door!
Aansluitend aan dit bezoek mocht ik ook drie dagen te gast zijn in een 7e-eeuwse abdij in Normandië. Een vriend van mij woont daar als kluizenaar in een huisje vlak bij de abdij. Om zijn rust te bewaren, gaat hij het liefst zo anoniem mogelijk door het leven. Om die reden noem ik ook zijn naam en die van de abdij niet. Maar ik heb ‘m toch weten te verleiden om even samen op de foto te gaan op die plek die mij de afgelopen decennia zo dierbaar is geworden en waar ik meer dan eens Gods Voorzienigheid heb ervaren.
Elk jaar ben ik wel een paar dagen op retraite in deze abdij geweest. Dat was niet altijd gemakkelijk, zal ik u eerlijk zeggen. In stilte heb ik er menig robbertje met God gevochten, tot ik mij elke keer gewonnen moest geven. De laatste keer nog twee jaar geleden, toen ik mij daar verzoende met mijn benoeming tot bisschop. Elke keer als ik dacht: ‘God, waar ben je nu en wat wil je toch van me,’ bleek hij daar in die Franse abdij op mij te wachten om mij de vrede in het hart terug te geven.
Het is voor ons mensen soms moeilijk te doorgronden wat God precies van ons verwacht of met ons voorheeft. In het boek Genesis in het Oude Testament vraagt Hij aan Abraham om zijn zoon Isaac te offeren. Menselijkerwijs een bizar en onbegrijpelijk verzoek. Op het moment waarop Abraham met zwaar gemoed aan dit verzoek wil voldoen, is daar opeens een ram die geslacht en geofferd kan worden. Abraham noemde die plaats daarna ‘De Heer zal erin voorzien’. Toen God zag dat Abraham hem tot het uiterste trouw bleef, zorgde Zijn Voorzienigheid voor de juiste oplossing. Op Zijn beurt blijft God ons ook trouw en wacht hij steeds op ons, om ons de weg te wijzen naar de plek die Hij voor ons heeft voorzien.
Bij het afscheid wisten mijn vriend de kluizenaar en ik dat het laatste keer was dat we elkaar zouden zien. Ik ben hem en de abdij veel dank verschuldigd. Maar het is goed zo. Er komt nog een eeuwigheid. Daarin is voorzien.
+ Harrie Smeets,
bisschop van Roermond